Na een ongelukkig seizoen bij McLaren leek de Formule 1-droom van Daniel Ricciardo officieel ten einde te zijn. Met hangende pootjes ging hij terug naar het team van Red Bull, waar hij als reservecoureur mocht aansluiten. Maar het ongeluk van de één (lees: Nyck de Vries) resulteerde in het geluk van een ander (namelijk die van Ricciardo). De prestaties van Nyck de Vries in de AlphaTauri vielen volgens de top van het team zo erg tegen, dat besloten werd na de Grand Prix van Groot-Brittannië dat Nyck per direct vervangen zou worden. De een zijn dood, de ander zijn brood, luidt het gezegde ook wel. En zo had Ricciardo weer een plekje op de Formule 1-grid. Zijn eerste race voor AlphaTauri wist hij gelijk boven zijn teamgenoot Yuki Tsunoda te eindigen. De tweede race had hij wat pech, maar niet zoveel als tijdens VT2 op de vrijdag van de Grand Prix van Nederland, waar hij zijn hand brak en nu een aantal weken moet toekijken hoe Liam Lawson zijn stoeltje in de Formule 1 warm houdt.
Het afgelopen jaar, de strijd en de dieptepunten
In de Red Bull-podcast 'Talking Bull' praat host Nicola Hume met niemand minder dan Daniel Ricciardo over zijn terugkeer dit seizoen in de Formule 1. Opvallend is dat de honeybadger zijn linkerhand intact is, en dat dit interview dus heeft plaatsgevonden voor de Grand Prix van Nederland, waarbij hij zijn middenhandsbeentje brak. De verwachting is nu dat met een beetje geluk Ricciardo weer in de AlphaTauri zit tijdens de Grand Prix van Japan. Op de vraag wat voor de Australiër zijn grootste uitdaging van zijn carrière was, wijst hij (niet geheel verrassend) naar het afgelopen jaar. "Je kent het wel, de strijd doorstaan, en de dieptepunten."
'Hongerig'
De voormalig Red Bull-coureur was naar eigen zeggen gewend geraakt aan de goede resultaten, die bij het team van Renault en daarna bij McLaren op één overwinning na uitbleven. "Je raakt zo snel gewend aan succes en snel zijn, waardoor je veel schouderklopjes krijgt. Er waren altijd momenten dat je even aan je hoofd krabt, maar niet heel erg veel. En dit was de afgelopen twaalf maanden wel het geval en ik denk dat het me soms een beetje te laag liet voelen, dat sowieso." "Maar ik denk dat ik toen echt geleerd heb om me een beetje aan te passen en ja, proberen er wat van te leren", gaat de goedlachse coureur verder. "Wanneer je wint is het op een manier makkelijk, dan wil je het vieren en niet het huiswerk doen. Wanneer je wint wil je van dat moment genieten en dat is volkomen logisch." De 34-jarige coureur heeft hiervan alleen maar meer motivatie gekregen. "Van de dagen dat je niet wint kun je het meeste leren en ik denk dat het onprettige gevoel me heel erg hongerig heeft gemaakt om op zoek te gaan naar een manier om daar overheen te komen. Dus ja, het was zeker een uitdagende tijd. Maar ik denk dat ik er ook veel van geleerd heb."
Meest gelezen