Doornbos liet een onuitwisbare indruk achter aan de overkant van de oceaan en zorgde ervoor dat de Nederlandse fans, ’s avonds laat, op het puntje van hun stoel zaten. Samen met Racingnews365 kijkt Doornbos in een tweedelige serie terug naar zijn jaren in de States . Vandaag in deel één: de onbevreesde rookie legt de gevestigde orde het vuur aan de schenen.
Een 25-jarige Robert Doornbos poseert als testrijder voor de dan nieuwe Red Bull van 2007 “Het overstappen naar de Verenigde Staten was een van de mooiste dingen die ik heb gedaan in mijn carrière”, komt Doornbos met de deur in huis gevallen. “Natuurlijk, F1 rijden was een droom die uitkwam, het zelf instappen en meeracen een tick the box moment.” De Rotterdammer maakte medio 2005 zijn entree in de koningsklasse bij het straatarme team van Minardi. Nadat die Italiaanse stal werd overgenomen door Red Bull en werd omgedoopt tot Toro Rosso, zocht Doornbos zijn heil bij het energiedrankjesmerk. Als testrijder van Red Bull Racing mocht Doornbos de mondiale circuits afreizen, om vrijwel altijd de eerste vrije training op vrijdagochtend voor zijn rekening te nemen. Toen vaste rijder Christian Klien met drie races te gaan in 2006 aan de kant werd geschoven, mocht Doornbos instappen. Het bleef echter bij die drie races in Red Bull-dienst: de stal besloot later verder te gaan met Mark Webber, de man die in Sebastian Vettels topjaren als teammaat van de Duitser fungeerde. “Gelukkig zei Red Bull dat ze mij wilden steunen in de Verenigde Staten”, herinnert Doornbos zich het moment dat duidelijk werd dat motorenbouwer Renault de komst van Webber min of meer doordrukte. “Paul Stoddart, die in de Minardi-tijd mijn teambaas was, startte een renstal in de Champcars. Aangezien de Red Bull-leiding hem natuurlijk nog wel kende van de Toro Rosso-deal, was het contact snel gelegd.”
Robert Doornbos
Het leven als topsporter in de Verenigde Staten was geweldig!
In de zwartrode bolide van Minardi Team USA Doornbos mag instappen bij Minardi Team USA, zoals het in de VS bekende HVM-team werd omgedoopt nadat Stoddart mede-eigenaar werd. “Ik bleef reserverijder bij Red Bull, maar kon racen door de deal in Amerika. En dat ging, eigenlijk vanaf de eerste race af aan, eigenlijk ontzettend goed.” In de wintertests bleek meteen hoe sterk de combinatie Doornbos/Champcars matchte. De destijds 25-jarige kwam prima mee met de grote, gevestigde namen. Sébastien Bourdais, Paul Tracy, Justin Wilson en Bruno Junqueira konden hun borst natmaken. Op een stratencircuit in Las Vegas, waar de seizoensopener plaatsvond en Doornbos nog nooit een centimeter had geracet, werd een knappe derde kwalificatietijd genoteerd. P3 wordt in de race zelfs P2: een held is geboren, Robert Doornbos is de nieuwe ster aan het firmament in de Champcars. Het grote verschil met de Formule 1 was volgens de Rotterdammer het feit dat de wagens veel meer aan elkaar gewaagd waren. “Ze waren ten eerste veel zwaarder. Bovendien had je geen stuurbekrachtiging, vrijwel evenveel vermogen en zachtere banden dan in de F1. Kortweg: je moest aan de bak! In een paar maanden tijd heb ik toen wel vijf of zes kilo gewonnen, pure spiermassa.” Na Las Vegas reist het Champcar-personeel af naar Long Beach, maar in de straten van het circuit aan de westkust komt Doornbos er niet aan te pas. “Dat ging fout, toen had ik een mechanisch probleem.” Echter: daarna gaat het los. Derde plaatsen in Houston en Portland, tweede in Cleveland en als klap op de vuurpijl een overwinning op het uitdagende Mont-Tremblant. “Dat zijn prachtige herinneringen, dat was echt kicken.” Tekst gaat verder onder foto
Doornbos viert zijn eerste zege in het Canadese Mont-Tremblant “Het leven als een topsporter in de Verenigde Staten was geweldig, het is een land met heel veel verschillende culturen. Europeanen kennen eigenlijk alleen Miami, New York en Los Angeles en om heel eerlijk te zijn kwam ik voor mijn VS-avontuur ook niet veel verder dan dat. Door mijn deelname aan het Champcar-kampioenschap kwam ik op plaatsen waar ik nog nóóit van had gehoord. Er zaten echter wel gewoon in elke stad, op elk circuit 100.000 man op de tribunes!” Voor de eerste keer in jaren wordt, uitgerekend in het seizoen dat Doornbos actief is, uitgeweken naar Europa. De Omloop van Terlaemen in Zolder en het TT Circuit van Assen doen dienst als gastheer van de twee Europese wedstrijden. Veel succes levert het niet op, ook al doen vele tienduizenden Nederlandse autosportfans het baantje op de Drentse heide aan. “Nee, het was geen topweekend”, analyseert Doornbos het weekend in Assen lachend. Kampioen wordt Doornbos niet: ondanks dat hij de Nederlandse televisiekijkers nog een keer in het holst van de nacht laat juichen als hij de race in San José op zijn naam schrijft, komt de Rotterdammer aan het einde van het seizoen tekort op Bourdais. “Ik had zelf een fout gemaakt op Road America en kreeg met mechanische pech te kampen in Mexico. Weet je: het is zoals het is en uiteindelijk hoort dat erbij. Desalniettemin heb ik een geweldig jaar gehad in 2007.” De Champcar-serie wordt aan het einde van 2007 vanwege financiële problemen opgeheven, er wordt gekozen voor een samensmelting met de meer ovalgeoriënteerde IndyCar Series. Doordat er weinig plaatsen beschikbaar zijn, is er voor Doornbos geen zitje vrij voor 2008. De Nederlander weet voor het daaropvolgende jaar wél een plekje te bemachtigen. Hoe dat seizoen verliep, lees je morgen in deel 2!
Meest gelezen