Sluit je aan bij De grootste racefamilie van Nederland

Ontdek welk pakket bij jou past

  • Altijd meepraten over de Formule 1
  • Kans maken op toffe prijzen
  • Advertentievrije site * (Plus & Premium)
  • Toegang tot de exclusieve RN365 app (Plus & Premium)
  • En nog veel meer…
* m.u.v. content van derden
Ontdek de mogelijkheden

Robert Doornbos over zijn jaren in Amerika, deel 2

De Formule 1 halen, dat is voor de meeste beginnende coureurs dé droom. Echter: mocht de Formule 1 dan eindelijk zijn behaald, is er in blijven een tweede. Robert Doornbos besloot ruim tien jaar geleden om de overstap naar de Verenigde Staten te maken toen een langer verblijf in de F1 niet binnen de mogelijkheden bleek te liggen.

Doornbos liet een onuitwisbare indruk achter aan de overkant van de oceaan en zorgde ervoor dat de Nederlandse fans, ’s avonds laat, op het puntje van hun stoel zaten. Samen met Racingnews365 kijkt Doornbos in een tweedelige serie terug naar zijn jaren in de States . Vandaag in deel twee: het ene jaar is het andere jaar niet.

Bobby D., zoals Doornbos' bijnaam in de States luidde, in een IndyCar Na een prachtig debuutseizoen aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, waarin Doornbos twee races wint in de Champcar-klasse, moet de Rotterdammer tegen wil en dank een jaar overslaan. De dan 26-jarige vist achter het net omdat de Champcars op de fles zijn gegaan en er een samenwerking met de befaamde IndyCar Series. De topzitjes voor 2008 zijn vergeven en Doornbos wil niet voor spek en bonen mee racen. Doornbos is in 2008 met name in Europa, maar regelt achter de schermen een zitje voor 2009. De elfvoudig Grand Prix-deelnemer neemt plaats in een wagen van Newman-Haas-Lanigan Racing (vanaf hier: NHL), het team waarvoor zijn oude rivaal Sébastien Bourdais vier Champcar-titels heeft veroverd. Zonder ervaring op ovals, maar met behulp van racelegende Arie Luyendijk (die tweemaal heeft gezegevierd in de belangrijkste ovalrace van het jaar, de Indianapolis 500) maakt Doornbos zijn IndyCar-debuut. “Wat moet je daar nou over zeggen”, zucht Doornbos, als de tijd is doorgespoeld naar 2009. “Al met al was dat jaartje in de IndyCars een heftige, zeker als je 2007 als uitgangspunt neemt. In 2007 ging het allemaal wat soepeler, maar ik dacht: if you can’t beat them, join them . NHL bleek in de IndyCar echter niet het beste team, de samenwerking met teammaat Graham Rahal ging bovendien erg lastig. Hij had iets meer invloed in het team dan dat ik had gedacht.” Doornbos debuteert in de straten van St. Petersburg, waar collega Rahal de poleposition verovert. Zelf komt hij niet verder dan P13, op een veld van 22 coureurs. In de race wordt dat een elfde plaats. Op het vanuit de Champcar bekende stratencircuit van Long Beach wordt Doornbos keurig negende tussen zijn ervaren collega’s, kort daarna mag hij zijn eerste ovalrace rijden.

Robert Doornbos

'Op deze manier gaat het gigantisch mis', zei Dan Wheldon tegen mij

“Het was de Kansas Speedway en ik dacht, goh, wat gaat dit eenvoudig! Ik kwalificeerde me als vierde, maar klom na een paar diskwalificaties op naar P2. Nadien was ik in een persconferentie iets te overtuigd van mezelf, ik riep dingen als ‘zo lastig is het niet, het is het lijntje volgen en het gaspedaal ingedrukt houden. De betreurde Dan Wheldon kwam kort daarna op mij af met de mededeling dat ik me wel iets meer gedeisd mocht houden en ik bovendien bijzonder op mocht letten vanwege mijn rijstijl. ‘Op deze manier gaat het gigantisch mis’, voorspelde hij me.” Wheldon kan het weten. De Brit, die eind 2011 zou sterven na een afgrijselijk ongeval op de oval in Las Vegas, staat op het moment van spreken bekend als een van de ovalspecialisten. D-Dub heeft de Indy 500 dan al een keer gewonnen en ondanks dat hij niet over het beste materiaal beschikt, rijdt hij op de ovals altijd voorin mee. “Hij waarschuwde me als het ware, omdat een ongeluk in een heel klein hoekje zit met zulke snelheden.” In de wedstrijd op Kansas wordt Doornbos zoek gereden. De Rotterdammer is het ovalgeweld duidelijk nog niet gewend en is naderhand blij zonder kleerscheuren aan de finish te zijn gekomen. Die eindstreep haalt hij niet in de belangrijkste race van het jaar, de Indy 500. Desalniettemin kijkt hij met trots terug op het feit überhaupt aan de Greatest Spectacle In Racing deel te hebben genomen. “Het seizoen 2009 was lastig omdat ik naast moeite met het materiaal, ook kopzorgen naast de baan had. Zoals inmiddels wel bekend is, lag ik in de slag met een oud-sponsor. Tegenwoordig is dat allemaal opgelost, maar op dat moment was dat iets wat ik er niet bij kon hebben. Sowieso moet een topsporter zijn hoofd bij de sport hebben, door niets worden afgeleid. Dat was in mijn geval destijds absoluut niet zo.”

Doornbos in een wagen van HVM, het team waarvoor hij het jaar afmaakt “De IndyCar was een compleet andere wagen dan de Champcar. Die Panoz waarmee we in 2007 reden was een geweldige bolide, de auto van 2009 was zwaar en log – puur gebouwd voor ovals. Op straten- en permanente circuits was de wagen lastig afstelbaar. Dus ja: als ik het jaar in één woord moet omschrijven, ook al het ik er veel lol gehad en genoten van het leven in de Verenigde Staten, zou ik het dramatisch willen noemen.” Na twaalf van de zeventien races houdt Doornbos het voor gezien bij NHL en verkast de Rotterdammer naar HVM Racing, het team waarvoor hij in 2007 in feite ook al uitkwam. Vijf races en weinig resultaat verder besluit Doornbos de stekker uit het project te trekken. “Je wist dat ik begin 2010 de aansluiting nog niet zou hebben en je beseft dat je met je leven speelt op een oval. Als je mentaal al niet helemaal scherp bent, moet je het ook niet willen doen.” “Het viel allemaal samen, de sponsoren kwamen niet meer door, de crisis begon zijn sporen achter te laten in Nederland. 2009-2010 was geen goede tijd en ik denk er niet graag aan terug maar hey, that’s life .” Voor Doornbos eindigt het VS-avontuur en daarmee wordt min of meer het einde van zijn carrière als actief coureur ingeluid, ondanks dat de Rotterdammer hier en daar nog wat races rijdt na 2010. De Champcar-klas van 2007 bleek achteraf een ontzettend succesvolle. Sébastien Bourdais rijdt nog altijd in de IndyCars en wint elk jaar wel een race, Will Power schreef dit jaar de Indy 500 op zijn naam. Simon Pagenaud, een coureur die dikwijls achter Doornbos aan reed, werd in 2016 IndyCar-kampioen. Of het steekt, dat deze jongens een dikker cv hebben? “Nee, dat doet het niet. Het bewijst dat de klas van 2007 een zeer getalenteerde was. En ik was een van de hotshots.” “Nogmaals: that’s life . Ik heb snel doorgepakt in de zakelijke wereld en ben een gelukkig mens geworden. Nu vind ik het wel heel leuk dat die eerste carrière een doorstart krijgt, door middel van mijn rol als analist bij Ziggo Sport . Ik bedoel: autosport is mijn passie, het stroomt door mijn aderen. Laatst mocht ik op het TT Circuit nog een twoseater besturen. Natuurlijk heb ik dan een big smile op mijn gezicht. Ik ben nu eenmaal een autocoureur.”

Viaplay
x
Breaking Hulkenberg eerste aanwinst voor F1-project Audi