Veel F1-liefhebbers kennen de grijsgedraaide langspeelplaat van Ferrari inmiddels wel. Dreigen om de sport te verlaten als hun eisen niet worden ingewilligd. Het is niet nieuw en zeker in de laatste jaren werd er vanuit Italië veel druk uitgeoefend op de F1-organisatie. Ferrari wil haar preferente positie binnen de sport niet verliezen en strijdt daar hard voor. Als enige team krijgt Ferrari een bonus van $ 65 miljoen per jaar en deze staat op het spel vanaf 2021. Met een aflopend Concorde Agreement - het overkoepelende technische-, sportieve-, en commerciële reglement staan er veranderingen op het programma. De inkomsten van de Formule 1 worden anders verdeeld over de teams en heilige huisjes worden daarbij niet gespaard. Ferrari weet al dat het in moet teren. Na veel gesteggel daarover in 2018 en 2019 leek die horde genomen te zijn, maar Ferrari is nog lang niet klaar met het stellen van eisen. Het budgetplafond dat geïntroduceerd wordt is een doorn in het oog van de renstal. De Italianen draaien jaarlijks een bedrag van $ 400 miljoen, en de beetjes, er doorheen in de Formule 1. Daarnaast ontwikkelt de Scuderia haar eigen motoren, die het ook levert aan diverse klantenteams. Onder druk van de andere, veelal kleinere teams, wordt het budgetplafond steeds verder verlaagd. De coronacrisis zorgt ervoor dat het een kwestie van overleven is voor teams als Williams en Haas. Een maximum budget van $ 145 miljoen per jaar, exclusief salarissen van de coureurs en staf, zorgt er volgens Mattia Binotto voor dat het DNA van de F1 dreigt verloren te gaan. Een team als Ferrari ontwikkelt alle onderdelen zelf, terwijl teams als Haas, Williams en AlpaTauri veel onderdelen kopen bij de topteams. Binotto is daarom ook stellig - in de Formule 1 heb je twee soorten teams: fabrieksteams en klantenteams. Volgens de Ferrari-teambaas kan je deze niet met elkaar vergelijken. De kosten van een fabrieksteam zijn aanzienlijk hoger dan dat van een klantenteam. Teams als Ferrari en Mercedes hebben meer dan 1000 man in dienst, plus enkele honderden mensen op de motorenafdeling, terwijl teams als AlphaTauri of Williams het met 350 tot 500 personeelsleden moeten doen - iets dat een geheel ander financieel plaatje met zich meebrengt. De topteams ontwikkelen en bedenken, de andere teams kopen en kopiëren, waardoor zij ook met aanzienlijk minder personeel en een lager budget deel kunnen nemen aan de F1. Ferrari is van mening dat het een van de ontwikkelaars en uitvinders binnen de Formule 1 is. Het team loopt voorop in de ontwikkelingsstrijd, samen met Mercedes en Red Bull. Ontwikkelingen die er volgens Binotto voor zorgen dat de sport het aanzien van de koningsklasse van de autosport behoudt. Het verlagen van het maximum budget naar $ 145 miljoen of zelfs $ 100 miljoen is volgens de teambaas zeer slecht voor de sport. Daar waar de kleine teams de coronacrisis aangrijpen om volgens Binotto snel extreme maatregelen door te voeren, gaat dat volgens hem ten koste van de sport. Kosten verlagen en nadenken over de toekomst zijn zaken die gesteund worden door Ferrari, maar het moet wel doordacht en toekomstgericht zijn. Niet te rigoureus, geleidelijk en het liefste met bepaalde extra voordelen voor de Scuderia, dat haar bevoorrechte positie niet zonder slag of stoot op wil geven - iets waar je ze ook geen ongelijk in kunt geven En anders? Juist, dan gaat Ferrari wederom 'nadenken over haar toekomst in de F1'. Er is echter niemand die gelooft dat Ferrari de stekker uit haar F1-project durft te trekken. De sport zorgt ervoor dat er voor miljarden aan sportwagens wordt verkocht en een vertrek zorgt ervoor dat het steigerende paard niet meer schittert, maar meer weg heeft van een oude, stoffig en sloom afgewerkt paard. Niet bepaald het imago dat past bij een schitterend sportwagenmerk.
Meest gelezen