Sluit je aan bij De grootste racefamilie van Nederland

Ontdek welk pakket bij jou past

  • Altijd meepraten over de Formule 1
  • Kans maken op toffe prijzen
  • Advertentievrije site * (Plus & Premium)
  • Toegang tot de exclusieve RN365 app (Plus & Premium)
  • En nog veel meer…
* m.u.v. content van derden
Ontdek de mogelijkheden

Column: Lewis, wees alsjeblieft eens jezelf

Wie Lewis Hamilton afgelopen zaterdag naast zijn Mercedes zag knielen, zal ongetwijfeld hebben gedacht dat de regerend wereldkampioen er helemaal doorheen zat. De Brit legde nog nét geen bosje bloemen naast zijn gestrande bolide, zijn lichaamstaal verried complete machteloosheid en droefenis.

Tenminste, dat was wat hij wilde doen vermoeden. Een kolderiek beeld volgde. Hamilton duwde zijn wagen, honderden meters van de pitstraat verwijderd. Dat ding was in geen lichtjaar op tijd bij de pitbox aangekomen: voor wie deed Lewis dit eigenlijk? Wilde hij graag zielig gevonden worden? Aandachttekort? Kon hij niet gewoon wegwandelen, teneergeslagen zijn en doorgaan met het raceweekend? Sinds Hamilton is verlost van het strakke keurslijf van McLaren, is hij steeds gekkere fratsen uit gaan halen. De kreten die hij bezigt na het winnen van een race daargelaten – dat elk land waar hij een Grand Prix wint de ‘beste fans’ huisvest, weten we inmiddels – is Lewis langzamerhand aan het veranderen in een karikatuur van zichzelf. Wie is Lewis Hamilton nu echt? Die man die heilige teksten de wereld inslingert middels zijn boardradio, of de theatrale gast die bij het minste of geringste staat te stampvoeten? Zonder enige twijfel is Lewis Hamilton een van de allerbeste Formule 1-coureurs ooit. Zijn snelheid over een rondje is fenomenaal, zijn formidabele stuurmanskunsten staan buiten kijf. Je wordt niet zomaar vier keer wereldkampioen, zélfs niet met de beste auto onder je achterste. En ja, de sport heeft karakters nodig. Mensen die durven te zeggen wat ze denken. Roep over Jacques Villeneuve wat je wilt, maar karaktermoord zal de Canadees nooit plegen. Eddie Irvine was een genot, hetzelfde geldt voor David Coulthard. In recentere geschiedenis zagen we Pastor Maldonado – een man die ongeveer alles sloopte wat hij maar stuk kon rijden, maar desalniettemin het oprechte idee had de beste van het stel te zijn. Zonder twijfel, zonder opsmuk. Puur, echt. Wat Lewis Hamilton nastreeft, is eigenlijk precies wat Anthony Joshua is. Voor degene bij wie het lezen van deze naam geen belletje gaat rinkelen: Anthony Joshua is de beste profbokser van het moment. De Brit met Afrikaanse roots vocht 21 partijen, waarvan hij er 21 won. In twintig gevallen sloeg hij zijn tegenstander voor het einde van de wedstrijd knock-out.

Anthony Joshua na het veroveren van Olympisch goud, Londen 2012 Anthony Joshua heeft fans. Kleine jongetjes willen Anthony Joshua zijn. Een ongeremde slager binnen de ring, die daarbuiten opvalt vanwege zijn charismatische voorkomen en aanverwante, spontane bulderlach. Menselijkheid en oprechtheid straalt van de atleet af. Het verschil tussen Joshua en Hamilton is inderdaad dat Joshua nog nooit heeft verloren (op professioneel niveau), de eerstgenoemde heeft desalniettemin een eigenschap waar Hamilton zo naarstig naar op zoek is: nederigheid. Kunnen verliezen, mocht voor Joshua de dag aanbreken waarop het ongetwijfeld een keer mis gaat. “Ik zie elk gevecht als een les, de uitslag daargelaten”, lijkt Joshua oprecht te menen. Bij Hamilton is de wereld te klein als zaken niet verlopen zoals gepland, de beste man heeft te kampen met een calimerocomplex van jewelste. Tweede plaats? Vol chagrijn. Slechte pitstop? Foeteren. Verkeerde call vanaf de pitmuur? “Hey man.” Zelfs zijn veelbesproken concurrent Sebastian Vettel, die erom bekend staat af en toe 230 volt op zijn hersenpan te hebben staan, toont veel meer nederigheid. Toen de Duitser zondag door een eigen fout van de baan vloog, liep hij met gebogen hoofd terug naar de pitbox om nog tijdens de race voor de verzamelde media hand in eigen boezem te steken. Engineer een handje, teambaas een handje, monteurs een bedankje. Lewis ‘wint en verliest samen’, althans, dat beweert hij geregeld. In Abu Dhabi 2016 verloor hij alleen. Net als hij vorig jaar in Monaco alleen verloor. België 2014. Of beide meest recent verreden GP’s in Australië, die verloor hij ook alleen. Jaren geleden verloor hij ‘omdat hij zwart is’. Of nog zoiets: op Silverstone werd hij onhandig achterstevoren gekegeld door Kimi Raikkonen. Opzet, volgens Lewis, die nadat hij zag wat er was aangericht door twijfelachtige termen te gebruiken, snel bakzeil haalde door een verhaaltje op zijn Instagram te plaatsen. Dat Instagram is nog een dingetje: na de race op de Hockenheimring plaatste Hamilton een verhaal waarin hij klaagde 'niet genoeg' waardering te hebben gekregen. Lewis, als je die nederige man niet bent, laat het dan alsjeblieft gaan. Probeer het niet te zijn. Wees Schumacheresque. Steek die gelukkige zege in je zak en etaleer onoverwinnelijkheid. Doe net alsof het doodnormaal is dat jij de nummer één bent, schop tegen je auto aan als deze je in de steek laat. Scheld een engineer verrot als hij een blunder begaat. Maar, achterliggende gedachte, wees alsjeblieft jezelf en niet dat slappe aftreksel dat na een Grand Prix beweert dat liefde alles overwint.

Viaplay
x
Breaking Hulkenberg eerste aanwinst voor F1-project Audi