De belangrijkste Formule 1-lessen van de eerste seizoenshelft

Ferrari heeft een raketmotor ontwikkeld In 2014 liepen ze hopeloos achter de feiten aan, maar sinds 2017 is Ferrari weer terug waar het hoort te zijn: vooraan in het Formule 1-veld. Waar Mercedes vorig jaar nog duidelijk de beste auto had, behoort die eer nu toe aan Ferrari. Dat hebben de Italianen voornamelijk te danken aan de fantastische motor die ze hebben ontwikkeld. Zelfs klantenteams Haas en Sauber worden hierdoor naar de voorkant van de middenmoot gebracht. De titelstrijd is wederom spannend Lewis Hamilton en Sebastian Vettel worden na twaalf Grands Prix gescheiden door 24 punten. De Duitser heeft de snellere wagen, Hamilton maakt gewoonweg minder fouten dan zijn rivaal. Vorig jaar verdween de Brit na de zomerstop met de noorderzon om twee wedstrijden voor het einde van het seizoen met wereldtitel nummer vier te pronken. De Mercedes-coureur lijkt dit jaar meer weerstand te kunnen verwachten van Ferrari, maar dan moet Vettel zijn bolide wel op het asfalt houden. Red Bull gaat (weer) geen kampioen worden Voorafgaand aan de laatste drie seizoenen werd de hoop telkens uitgesproken, maar inmiddels kan voorzichtig gesteld worden dat Red Bull geen titels gaat veroveren in het V6-turbohybridetijdperk. De Renault-motor is gewoonweg niet krachtig genoeg en bovendien onbetrouwbaar. Wil Red Bull meestrijden voor de titels, zoals het in het begin van dit decennium zeer succesvol deed, dan moet er een krachtigere motor tevoorschijn worden getoverd. Het seizoen 2018 zal echter de boeken ingaan als het jaar waarin Red Bull wederom derde werd, ondanks een aantal (mooie) Grand Prix-zeges te hebben geboekt. Of Honda de gehoopte vooruitgang weet te brengen, moet nog maar blijken. Het ‘B-kampioenschap’ is eentje om de vingers bij af te likken Wat als de top drie-teams buiten beschouwing werden gelaten? Het wereldkampioenschap was waarschijnlijk nóg spannender geweest dan dat nu het geval is. Renault, Haas en af en toe Force India leveren een prachtige strijd af om de titel ‘best of the rest’. Bovendien zorgen toptalenten Pierre Gasly en Charles Leclerc ervoor dat er zo nu en dan een blauwzilveren Toro Rosso of een bordeauxrood-met-witte Sauber vooraan in de subtop meerijdt. De strijd om P7 is af en toe nog interessanter dan de strijd om P1.

Jonge talenten doen de liefhebber met smart uitkijken naar de toekomst.

Het Formule 1-veld van 2018 is bezaaid met talent Uitzonderingen daargelaten is het startveld van 2018 bijzonder sterk. Met Lewis Hamilton en Sebastian Vettel verschijnen er twee viervoudig wereldkampioenen aan de start, ook Fernando Alonso en Kimi Raikkonen kunnen (een) titel(s) overleggen. Max Verstappen, Daniel Ricciardo en Valtteri Bottas wonnen al meerdere Grands Prix en zijn hongerig naar meer succes. Met Sergio Pérez en Nico Hülkenberg staan er twee gasten aan de start die met een betere wagen absoluut mee zouden kunnen strijden voor de grootste prijs, Kevin Magnussen is anno 2018 beter dan ooit. Jonge talenten doen de liefhebber met smart uitkijken naar de toekomst. De bovengenoemde Pierre Gasly en Charles Leclerc zijn briljant, maar ook Esteban Ocon gaat er eentje worden om rekening mee te houden. McLaren heeft een veel te grote mond Het dumpen van Honda zou McLaren terugbrengen naar de top, zo liet het team eind 2017 weten. De Japanse krachtbronbouwer, die drie jaar lang alles op alles had gezet om de vermaarde Britse stal van haar gewenste motoren te voorzien maar daarin had gefaald, werd hardhandig bij het oud vuil gezet. Met precies dezelfde Renault-motoren als Red Bull en het fabrieksteam van Renault in het achteronder wordt duidelijk dat het lang niet alleen aan Honda lag. Het chassis van McLaren is lachwekkend slecht. Geld maakt niet altijd gelukkig Waar is Williams? Het team dat in 2014 nog zo’n geweldige opleving kende dankzij Felipe Massa, Valtteri Bottas en een krachtige Mercedes-motor, is vier jaar later helemaal nergens meer. Na twaalf Grands Prix staan er vier schamele puntjes op de teller, allen behaald door Lance Stroll. De Canadees brengt bijzonder veel geld mee, iets wat teammaat Sergey Sirotkin ook doet. Ondanks het spekken van de kas komt Williams echter geen steek vooruit – het schijnt alleen maar verder en verder door de startgrid te sukkelen.