Zo kan Ferrari Verstappen dit jaar mogelijk wel verslaan

Het was in 2022 nog niet hét jaar voor Ferrari. In de openingsfase van het afgelopen Formule 1-seizoen leek het iconische Italiaanse team weer mee te doen voor de wereldtitel, maar vooral in de tweede seizoenshelft domineerden Red Bull en Max Verstappen, die het seizoen afsloten als wereldkampioenen. Het gat naar Ferrari in het klassement was uiteindelijk zeer groot. Dat moet anders in 2023. Althans, dat hoopt de Scuderia natuurlijk. Kunnen Charles Leclerc en Carlos Sainz het komende F1-seizoen wel voor de titels strijden, dit keer met Fred Vasseur aan het hoofd? Er moet in ieder geval het een en ander veranderen binnen Ferrari.

Verbeterde betrouwbaarheid

De Ferrari-bolide was snel in 2022, maar vanwege de betrouwbaarheid werden er kostbare punten verspeeld. Regelmatig viel er een coureur in een rode bolide uit door problemen, vaak met de motor van Italiaanse komaf. Het oplossen was (en is) volgens de kersverse Ferrari-teambaas Fred Vasseur de nummer één prioriteit bij het team. Hoewel de motoren zijn 'bevroren' sinds vorig jaar, mag er nog wel het een en ander worden veranderd als het de betrouwbaarheid verbetert. Ferrari zegt hier druk mee bezig te zijn geweest, maar: eerst zien, dan geloven.

Strategie

Eén van de pijnlijkste punten voor de Tifosi vorig jaar - en ook wel een beetje in de jaren daarvoor: de strategische missers van het F1-team. Met enige regelmaat werd er gekozen voor een verkeerd uitpakkende pitstop, een opmerkelijke bandenkeuze of zelfs een slecht uitgevoerde pitstop. Aan de pitmuur en in de pitstraat was zeker ruimte voor verbetering bij het topteam. Toch vindt Ferrari niet dat er grote veranderingen doorgevoerd moeten worden binnen het strategische team en gaan ze grotendeels door met dezelfde namen. Wel zal er gekeken worden naar een handvol incidenten van vorig jaar, zoals de opmerkelijke keuze om op een opdrogende baan in Hongarije de (veel te) harde banden te gebruiken of de mislukte pitstopstrategie tijdens de GP van Monaco.

Beter ontwikkelingsplan

"Ik zie geen reden waarom we de laatste tien races niet allemaal kunnen winnen", zei de toenmalige Ferrari-teambaas Mattia Binotto vol bravoure voorafgaand aan de laatste helft van het seizoen. Ferrari won er geen één. Negen overwinningen gingen naar Red Bull, de tiende ging naar Mercedes. Het lijkt er sterk op dat Red Bull en Mercedes, zoals ze dat de afgelopen jaren eigenlijk ook al waren, aanzienlijk sterker zijn in het doorontwikkelen van de bolide tijdens een seizoen. Ferrari verloor het hier juist deels op. Een beter ontwikkelingsplan is dus noodzakelijk, want een kampioenschap win je niet door alleen te winnen in de openingsraces (met uitzondering van een Jenson Button dan). Het doorontwikkelen is, vooral gezien de 'jonge' nieuwe F1-reglementen, net zo belangrijk als het snel verschijnen aan de start van een seizoen.

Coureurs met minder fouten

Niet alleen aan de pitmuur werden er wat fouten gemaakt bij Ferrari. Ook Sainz en Leclerc konden er regelmatig wat van, om de spin van Leclerc in Imola en de crash van diezelfde coureur in Frankrijk maar als voorbeelden te geven. Het had uiteindelijk misschien niet het kampioenschap bepaald, maar het was wel véél spannender geworden als Leclerc foutloos reed. Sainz maakte ondertussen ook wat fouten en werd regelmatig in de openingsronde de race uit gekegeld (ook al was dat niet altijd zijn schuld). Wie het op wil nemen tegen Red Bull en tegen de vrijwel foutloze Max Verstappen, zal zelf ook vrijwel foutloos moeten zijn.

F1-bolide voor zaterdag én zondag

Waar Ferrari op zaterdag het te kloppen team was, was dat op zondag juist Red Bull. Poleposition is natuurlijk fijn om te hebben, maar de echte punten worden in de Formule 1 verdeeld op zondag tijdens de race. Vaak werd Ferrari verslagen tijdens de race. Een combinatie van alle bovenstaande factoren speelt hierin mee, maar als er één simpele verklaring gegeven moet worden was Red Bull gewoon sneller op zondag. Snelheid over een ronde is belangrijk, maar snelheid over een race is veel belangrijker.