We weten al langer dat in 2026 de reglementen voor motoren en chassis op de schop gaan. Vanaf dat jaar komt bij de motoren de focus meer te liggen op het elektrische vermogen van de hybride V6-motor. Op dit moment kan de MGU-K een vermogen van 120 kW produceren, maar met de verbeterde systemen van 2026 is het de bedoeling dat er 350 kW wordt geproduceerd - bijna een verdrievoudiging van de huidige hoeveelheid energie die coureurs tot hun beschikking hebben. Dit gaf ook zorgen, want het gewicht van de motoren zou hierdoor gaan toenemen, wat de snelheid van de auto's niet ten goede zou komen.
Technisch directeur van de Formule 1, Pat Symonds, vertelt in de podcast Beyond the Grid over de ontwikkeling van de nieuwe motoren: "Momenteel behalen we met de elektromotor zo'n 900 pk. We zullen met de 2026-auto boven de 1.000 pk zitten. Op dit moment is er nog geen sprake van turbo lag bij deze auto's omdat we een elektrische motor op de turbo hebben. Maar turbo lag is ook niet meer zoals het vroeger was."
Het terugbrengen van het gewicht van de auto's is vooral te vinden op een ander gebied volgens Symonds: "Een van de redenen dat de auto's zo zwaar zijn, is omdat zij veel belasting te verduren krijgen." Hij doelt hiermee op de enorme hoeveelheid downforce die de huidige generatie auto's met zich meenemen. Door dit te verminderen, zou volgens Symonds ook de focus meer op de coureurs komen te liggen. Dit omdat zij met minder downforce echt het verschil kunnen maken.
Budgetplafond wakkert interesse aan
De nieuwe reglementen in 2026 heeft ook de oren en ogen van meerdere fabrikanten buiten de huidige Formule 1 geopend. Merken als Ford en Audi gaven al snel aan met de nieuwe regels te willen werken en committeerde zich aan een project. Een ontwikkeling die volgens Symonds al langere tijd bezig is: "De afgelopen zeven jaar hebben we de waarde van alle teams binnen de sport kunnen verhogen richting een half miljard dollar per team. Dat is indrukwekkend, maar ook grotendeels dankzij het budgetplafond. Voor de invoering hiervan, was het lastig voor de teams om te overleven. Fabrikanten zeggen nu dat het een interessante technologie is en dat het niet overdreven duur is."
Een van de beste voorbeelden is volgens Symonds zijn oude team Williams. De Brit werkte van 2013 tot 2016 bij dit team en zag met eigen ogen aan hoe Williams bijna ter ziele ging: "Bij Williams balanceerde we op een heel dun koord. Vlak na mijn vertrek, ging dat ook helemaal fout. Het team moest bijna alles verkopen om te overleven. En ze waren niet de enige."
Meest gelezen
In dit artikel
Praat mee!