De Indy 500 telt 200 ronden die als het goed is op hoge snelheid worden verreden. 'Als het goed is', want de zogeheten cautions kunnen de race tot een lange zit maken, voor de fans, maar ook voor de coureurs zelf. In zekere zin is geduld een vereiste, weet IndyCar-legende Arie Luyendyk, die de race in 1990 en 1997 won. Een goede kwalificatie is belangrijk, nu veel meer dan in het verleden: "Het veld zit veel dichter op elkaar dan in mijn tijd, waardoor het veel lastiger is geworden om 'zomaar even' naar voren te rijden. De eerste drie startrijen zijn echt in het voordeel", zegt Luyendyk tegen RacingNews365 . Het goede nieuws voor Nederland en voor Rinus 'Veekay' van Kalmthout: hij start als derde! Maar dan? "In zekere zin kan de Indy 500 eigenlijk best saai zijn, zeker als de coureurs brandstof sparen, wordt het toch een beetje treintje rijden," aldus de man die tijdens de beroemde race als vaste steward van de IndyCar plaatsneemt achter de tafel van de wedstrijdleiding. "Pas in de slotfase, laten we zeggen in de laatste veertig ronden, gaat het pas écht los. Dan moeten de coureurs er écht voor gaan zitten." En tot die tijd dan? Tot die tijd is het vooral zaak geen onnodig tijdverlies op te lopen: "Pitstops zijn super belangrijk. Die mogen echt niet fout gaan, en ook een penalty voor te hard rijden in de pitstraat heb je zo te pakken", aldus Luyendyk, die de pitstraat om die reden weleens de grootste vijand van de coureurs noemt. In die laatste vijftig tot veertig ronden, kun je als coureur vervolgens het verschil maken, zeker als je zuinig bent geweest met je materiaal: "Met gewaagde acties kun je vooruitkomen, dat liet Veekay vorig jaar bijvoorbeeld al zien. Je moet wel ballen hebben en aan durven vallen."
Meest gelezen