McLaren incasseert klap door invoering van het tokensysteem

Vanwege de coronacrisis is de invoering van de geheel nieuwe technische regels in de koningsklasse van de autosport uitgesteld tot 2022. De huidige Formule 1-bolides zullen dan ook grotendeels worden meegenomen naar 2021 en er mogen door de teams slechts minimale aanpassingen worden gemaakt. Dat zorgde voor problemen bij bijvoorbeeld McLaren, dat al lang en breed voordat het coronavirus een ding werd, had besloten om over te stappen naar Mercedes-motoren. Dat leverde hoofdbrekens op bij de renstal uit Woking, want een wissel van motorleverancier zorgt er tevens voor dat er fundamentele aanpassingen moeten worden gemaakt aan het chassis. Niet elk motorblok is immers hetzelfde en past zomaar in elk chassis. De Formule 1 kwam daarom (onder andere) McLaren tegemoet en introduceerde een tokensysteem. Elk team krijgt twee tokens, die ze in kunnen zetten bij de ontwikkeling van hun 2021-bolide. Op die manier kunnen er toch grotere aanpassingen worden gemaakt. RacingNews365 sprak exclusief met James Key, de technische directeur van het McLaren-team, over het tokensysteem. De Brit legt uit dat het tokensysteem niet uit luxe tot stand kwam en dat zijn team voor haar eigen bestwil heeft moeten incasseren. De tokens kon het team immers voor niets anders dan het inpassen van de motor inzetten, terwijl andere teams op andere vlakken kunnen focussen. "Er zitten twee kanten aan het verhaal", zo begint Key zijn relaas. "Het systeem is natuurlijk met een goede reden geïntroduceerd toen het coronavirus plots opkwam en niemand wist wat de precieze gevolgen ervan zouden zijn. Het zou dus nooit een perfect systeem worden, voor welk team dan ook." "We moesten gewoon alle informatie tot ons nemen en een zo goed mogelijk compromis vinden. Als je naar McLaren kijkt dan heeft het tokensysteem inderdaad niet in ons voordeel gewerkt. We hebben het systeem in het algemeen belang van de sport dus maar wel geaccepteerd en de bijbehorende klap geïncasseerd", zo klinkt hij diplomatiek. Interview gaat verder onder de afbeelding .

Voor nu, gedurende de onzekere coronaperiode, is het systeem echter helemaal geen slecht concept, zo erkent Key. "Op de korte termijn, om de teams te helpen de kosten en ongelijkheden in deze onzekere tijden de reduceren, denk ik dat het een goed systeem is", zo redeneert de technisch directeur, die tegelijkertijd niet denkt dat een tokensysteem in een normale situatie een goed plan zou zijn. "Het lijkt me niet helemaal de juiste manier van handelen in de toekomst. Een budgetplafond is een veel betere manier om dat te doen, en dat gaat natuurlijk ook worden ingevoerd. Verder dan dat hoeven we niet te gaan. Toch denk ik dat het tokensysteem op de korte termijn zeker heeft geholpen. Het was wel lastig om op zo’n korte termijn een systeem te verzinnen dat voor elk team eerlijk is, maar de FIA heeft daar enorm haar best voor gedaan", steekt hij de loftrompet over de autosportfederatie. Toch hoopt hij dat vergelijkbare systemen in de toekomst niet meer geïntroduceerd zullen worden, want als we doorvragen naar de lessen die er uit het tokensysteem kunnen worden getrokken, dan redeneert Key dat het systeem eigenlijk indruist tegen het DNA van de sport. "We moeten oppassen dat de regels in de toekomst niet te beperkend werken voor de teams. Elk team zou uniek moeten zijn en technologie naar een hoger niveau moeten tillen. Dat hebben we kunnen zien met de hybride technologie, die steeds beter is geworden. De motoren zijn steeds efficiënter geworden, we maken vooruitgang met materiaal en allerlei andere ontwikkelingen vloeien er voort uit F1." "Dat moet behouden blijven en persoonlijk gezien wil ik geen situatie hebben in de Formule 1 die de ontwikkeling beperkt. Dat is juist het aspect dat de Formule 1 uniek maakt", zo benadrukt Key, die denkt dat het budgetplatfond niet te beperkend zal werken. "Binnen de regels van een budgetplafond kan je nog steeds erg innovatief te werk gaan, maar een tokensysteem heeft dat minder. Daarom kunnen we ook zeker lering trekken uit de huidige situatie." Met medewerking van Dieter Rencken .