Newey schetst 'inhaalslag' Aston Martin: "Toen was er nog maar weinig gedaan"

Toen Adrian Newey aankondigde te vertrekken bij Red Bull Racing werd de Formule 1-wereld toch even op zijn kop gezet. Want waar zou de topontwerper zijn carrière voortzetten, als dat überhaupt al aan de orde was? Uiteindelijk viel de keuze op Aston Martin, waar eigenaar Lawrence Stroll alles op alles zet om zijn team in 2026 naar de top van het veld te brengen. Met de nieuwe reglementen in het vooruitzicht is de komst van een topontwerper als Newey dan ook geen overbodige luxe.

De Brit ging dan ook meteen aan het werk toen hij in maart dit jaar begon aan zijn nieuwe uitdaging, zo legt hij uit tegenover F1-Insider. "Ik had recent wel een weekendje vrij, maar buiten dat is het eigenlijk de hele tijd volle bak aan de slag. Als ik in zo'n fase van intense concentratie beland, merk ik verder nergens iets van. Al mijn energie en kracht gaat maar naar één doel: het ontwerpen van een snelle raceauto." 

En heel veel andere opties heeft de ontwerper ook niet, want hij loopt iets achter in de ontwikkeling van de 2026-bolide. Waar andere teams immers in januari al begonnen, kon hij pas in maart aan het werk. "Dan ben je eigenlijk voortdurend bezig met een inhaalslag. Tot maart was hier nog maar weinig werk verricht voor 2026. Wel een beetje natuurlijk, maar we hebben sindsdien echt flink wat werk moeten verrichten." 

Maar daar kijkt de topontwerper met al zijn ervaring niet meer van op. "Toen ik in 1997 bij McLaren begon, was dat ook een jaar waarin er een grote reglementswijziging aan zat te komen. De druk was toen al ontzettend hoog, maar is vandaag de dag eigenlijk nog veel groter. De auto's zijn immers een stuk complexer en de ontwikkelingstijden langer."

Voor nu richt Newey zich vooral op basiscomponenten, en dan met name de onderdelen die gaandeweg het seizoen niet veranderd mogen worden. "Dat gaat met name om de layout van de voor- en achterwielophanging, de grootte van de brandstoftank en de wielbasis. Maar het is ingewikkeld, want aan de ene kant hebben we eigenlijk niet voldoende tijd en aan de andere kant zijn onze simulatietools wat aan de zwakke kant. Dus moeten we zo goed mogelijke inschattingen maken, en als het nodig is kunnen we het bodywork en de vleugels gedurende het seizoen nog aanpassen." 

En echt zeker van de nieuwe reglementen is Newey verder ook nog niet, zo biecht hij op. "Toen ik de nieuwe reglementen voor het eerst zag, dacht ik meteen: 'Oh, dat laat niet heel erg veel speelruimte over!' Maar zodra je je eenmaal verdiept in de details, zie je wel een bepaalde mate van flexibiliteit terugkomen. Maar zoals wel vaker het geval is in de Formule 1, zullen de teams ongetwijfeld weer bij elkaar komen na een jaar of drie à vier."