Met 17 overwinningen in 22 races kan je het jaar van Red Bull zeer geslaagd noemen. Het begon echter lastig, zo herinnert topontwerper Adrian Newey zich in gesprek met Auto, Motor und Sport nog maar al te goed. In de daaropvolgende ontwikkeling sloeg Red Bull twee vliegen in een klap. Het pakte namelijk de problemen met de afstelling én het gewicht tegelijekrtijd aan. "Onze bolide was in de eerste helft van het jaar heel lastig af te stellen. Wij vonden ons kleine werkvenster een zwak punt en daar hebben we in het bijzonder aan gewerkt." "Bovendien verloren we ook veel gewicht", vervolgt hij zijn verhaal. "Dat helpt niet alleen over een ronde, maar het vermindert ook de bandenslijtage. Dat is een functie van de belasting van de banden, of het nou om gewicht of om downforce draait." "De aerodynamica werkt in een kleiner venster en de banden zijn gevoeliger dan vroeger. De voorband was wat zwakker dan we dachten. Dit maakte het over het algemeen moeilijker om de auto's perfect af te stellen", aldus de Britse ontwerper.
Megasnelle Red Bull
Ondanks het overgewicht van de RB18 stond de Red Bull al snel bekend als een pijlsnelle wagen die op de rechte stukken misschien wel de allersnelste van het veld was. De Red Bull Powertrains-motor, in feite een Honda-motor, ging heel erg goed en was ook nog eens betrouwbaar. Volgens Newey was het vooraf niet per se ingecalculeerd dat de RB18 zoveel sneller zou zijn dan de rest van het veld, maar dat nam hij op de koop toe. "Ik zou niet willen zeggen dat we dat gepland hadden. Met volledig nieuwe regels doe je wat je denkt dat goed is. Je hebt geen idee in welke richting de tegenstanders zich ontwikkelen. Zelf zijn we een beetje verbaasd dat de andere auto's langzamer waren dan wij op de rechte stukken."
Meest gelezen