Groot voordeel
Van 2007 tot en met 2018 was Renault de motorleverancier van Red Bull Racing. Die samenwerking begon prima, want van 2010 tot en met 2013 was het de Oostenrijkse formatie die met behulp van de Franse motor alle wereldtitels won. Toen in 2014 het hybride tijdperk van start ging, ging het echter van kwaad tot erger. Renault had de plank misgeslagen en zowel de snelheid als de betrouwbaarheid was niet aanwezig, tot frustratie van Red Bull. Halverwege 2018 werd duidelijk dat de twee partijen uit elkaar gingen en Red Bull verder zou gaan met motoren van Honda. Nadat McLaren ook besloot om Renault de rug toe te keren, produceert de Franse motormaker nu alleen motoren voor het eigen Alpine-team.
Groot voordeel
Volgens Matt Harman, technisch directeur van het Alpine-team, is het vertrek van Red Bull als klant een groot voordeel geweest voor zijn team. Dat vertelt hij in een exclusief interview met RacingNews365 , dat op bezoek ging in de Alpine-fabriek in Groot-Brittannië. "Het is een enorm voordeel en het vormt geen afleiding", zo begint hij zijn verhaal als we hem naar de unieke status van Alpine/Renault als motorleverancier vragen. "In de periode dat we een fabrieksteam waren én tegelijkertijd andere teams van motoren voorzagen was er altijd een element van afleiding. Bovendien moet je altijd compromissen sluiten om ervoor te zorgen dat je product ook in andere chassis kan worden gebouwd." Maar sinds het vertrek van Red Bull en later McLaren is dat anders geworden. "Nu we alleen voor onze eigen motor zorgen, hebben we daar geen last van. Al onze vergaderingen en gesprekken gaan over de belangrijkste principes van engineering, hoe we de auto gaan ontwikkelen, ontwerpen en hoe deze in de auto past. Over compromissen hoeven we het niet te hebben."
Toch ook een nadeel
Maar toch moet ook Harman toegeven dat het wat voordelen had kunnen brengen als Renault nog steeds een of meerdere klanten had gehad. "Klantenteams zorgen zeker voor input. Als zij bijvoorbeeld met een idee komen over de manier waarop ze de motor aangepast zouden willen hebben, dan kan je daar van leren", zo legt de Brit uit. "Soms mis je dat soort informatie en ook qua betrouwbaarheid zou het kunnen helpen. Maar in het verleden was het ook vaak het geval dat klantenteams niet over de nieuwste versie van de motor beschikten." "Wat betreft de betrouwbaarheid van de motor zou het positief kunnen zijn om een klantenteam te hebben, want door een groter aantal motoren in roulatie te hebben kan je ook meer data verzamelen", aldus Harman. Dit jaar was dat misschien handig geweest, want de Frans-Britse formatie had veel last van betrouwbaarheidsproblemen. Vooral Fernando Alonso was daar regelmatig het slachtoffer van. Toch denkt Harman dat dat niet het geval is, want in aanloop naar 2023 zijn alle betrouwbaarheidsproblemen volgens hem opgelost. "Al met al hebben wij al onze problemen op weten te lossen, dus we hadden een klantenteam ook niet nodig gehad." "Soms kan het echter wel heel, heel belangrijk zijn om van meerdere teams data te ontvangen over de motor. Dat is dus een nadeel van het niet hebben van een klantenteam, maar de vrijheid die je hebt om zonder tegenstand na te kunnen denken en te kunnen doen wat je wilt met je motor in jouw bolide, weegt daar zeker tegenop", zo sluit hij af.
Meest gelezen
