Sluit je aan bij De grootste racefamilie van Nederland

Ontdek welk pakket bij jou past

  • Altijd meepraten over de Formule 1
  • Kans maken op toffe prijzen
  • Advertentievrije site * (Plus & Premium)
  • Toegang tot de exclusieve RN365 app (Plus & Premium)
  • En nog veel meer…
* m.u.v. content van derden
Ontdek de mogelijkheden

Waarom Max Verstappen niets met Formule 1-data heeft

Als je denkt aan Formule 1 dan denk je aan snelle racewagens, maar tegenwoordig is ook data van groot belang in de koningsklasse van de autosport. Max Verstappen laat de meeste data echter gewoon lekker links liggen. Zijn vader Jos heeft hem vrijwel dataloos opgeleid, waardoor de Nederlander er nu ook niets (meer) van moet hebben.

Vandaag de dag produceren Formule 1-auto's terabytes aan data per raceweekend. Zeer nauwkeurig kunnen de verschillende Formule 1-teams van elkaar zien welke coureur er bijvoorbeeld op welk moment remt voor een bepaalde bocht, maar ook hoe hard de coureur remt en hoe vroeg hij weer op het gas gaat. Het is slechts een van de talloze voorbeelden van hoe Formule 1-teams data kunnen gebruiken. Ook bij de afstelling van een Formule 1-bolide voor een raceweekend kunnen de engineers en coureurs eigenlijk niet meer zonder data. Het effect van verschillende onderdelen kan nauwkeurig worden gemeten en ook als het aankomt op de motor kunnen de software en de verzamelde data vaak de doorslag geven. Max Verstappen zelf heeft echter vrijwel niets met data, zo vertelt hij in een interview met sponsor CarNext . "Als Red Bull een nieuwe voorvleugel op mijn auto zet, dan hoef ik niet naar de data te kijken om iets te bevestigen. Ik ga de baan op en zegt hoe het voelt. Meer of minder onder- of overstuur, meer grip, of wat dan ook. De data is voor hen om naar te kijken, om te bevestigen wat ik zeg. Ik hoef daar mijn laptop niet voor te openen, dat zou verkeerd zijn." Die manier van oefenen heeft hij meegenomen vanuit het karting. Samen met zijn persoonlijke engineer, beter bekend als vader Jos Verstappen, ging hij erop uit om zijn kart beter te maken. Dat deden ze op een bijzondere manier, vertelt Max. "Op die manier oefende ik al in de karts. Daar had je natuurlijk geen vleugels, maar je kan wel verschillende dingen simuleren. Soms stuurde mijn vader me de baan op en had hij iets veranderd, maar dan vertelde hij me niet wat. Dan moest ik voelen hoe de kart reageerde. Zo krijg je denk ik een goed begrip van nieuwe onderdelen die op je kart of wagen komen, maar mijn vader drukte mij ook op het hart dat ik niets moest zeggen als ik niets anders merkte. Ik mocht daar niet over liegen." Artikel gaat verder onder de afbeelding .

Vader Jos zelf vindt dat data vandaag de dag een veel te grote rol speelt. Hij herinnert zich de tijden dat data nog geen rol speelde en de coureurs aan de hand van hun gevoel met de auto het verschil konden maken. "Ze zouden de data moeten limiteren, het zou meer natuurlijk moeten zijn. Het zou Max’ gevoel tegen het gevoel van een andere coureur moeten zijn, zodat je echt de strijd aan kan gaan. Zo zou het moeten zijn. "In de tijd van Niki Lauda was het perfect, toen was er geen data. Toen draaide het echt om het gevoel van de coureur, en zo was je echt sneller dan een andere coureur. Maar tegenwoordig heb je zoveel data. Dan zeggen ze dat je daar en daar wat later moet remmen, dat je in die bocht met meer snelheid in moet gaan enzovoort”, verzucht hij. Volgens Max Verstappen krijgt hij tegenwoordig regelmatig data van zijn team voorgeschoteld over hoe bijvoorbeeld zijn concurrenten het doen, maar meestal kan hij daar helemaal niks mee. "Tijdens een race vergelijken ze ook data. Als Red Bull dan tegen mij zegt dat Mercedes dit of dat doet, dan denk ik ‘oke, geweldig, leuk’", gniffelt hij. Volgens Verstappen is er eigenlijk maar een fase in zijn Formule 1-carrière geweest waar data van pas kwam. "Als je dezelfde wagen hebt is het makkelijker om het te vergelijken, maar ik hou niet van het kijken naar data. Als je net in F1 komt, dan is het goed, want je moet veel leren. Nu niet meer, want je voelt het allemaal aan. Je hoeft niet naar de data te kijken om dingen aan te passen aan je wagen." "Je spreekt met je engineer en je voelt het allemaal aan. Ik hoef met mijn Gianpiero Lambiase niet eens meer te kijken hoe ik een bocht inga. We passen gewoon kleine dingen aan, ik hoef mijn laptop niet te openen tijdens een raceweekend. Ik zeg tegen mijn engineer: ‘we hebben daar en daar een beetje overstuur of onderstuur, zo gaan we het oplossen'. Dan zegt hij ‘we kunnen dit of dat proberen’ en zo stel je je wagen af", aldus de 23-jarige coureur. "Toen ik net bij Red Bull kwam wist ik niet hoe de auto precies werkte, dus toen luisterde ik gewoon veel. Aan het begin laat je het team dingen proberen en vervolgens weet ik wat wat doet en op een gegeven moment weet je zelf precies welke kant je op wil gaan. Dat gaat natuurlijk niet altijd helemaal goed, maar 95% van de tijd werkt dat gewoon."

Viaplay
x
Tv-rechten 'Formule 1 nog jarenlang te zien bij Viaplay'