Zes redenen waarom tankstops terug moeten keren in de Formule 1

We gaan terug in de tijd: de Formule 1 nam eind 2009 afscheid van de tankstops. Sinds die tijd zien we alleen maar pitstops van een seconde of twee waarin vier banden gewisseld worden. De coureurs beginnen met een volle tank aan de race en mogen gedurende de wedstrijd maximaal 110 kilo brandstof verbruiken. RacingNews365 juicht de (mogelijke) terugkeer van de tankstops in de Formule 1 toe en legt uit waarom.

Snellere rondetijden

Tijdens veel Grands Prix ligt het tempo tijdens de races erg laag ten opzichte van de kwalificatie. Op zaterdagmiddag racen de mannen met minimale brandstofhoeveelheden, verse banden en de motor op vol vermogen acht tot soms wel tien seconden per ronde sneller dan tijdens de race. De volle tanks zorgen ervoor dat het gewicht van de auto ten opzichte van de zaterdag met vijftien procent toeneemt. Het is veel coureurs een doorn in het oog dat ze tijdens de kwalificaties over supersnelle bolides beschikken, maar op zondag het gevoel hebben dat ze met een olietanker onderweg zijn.

Coureurs die echt tot de limiet gaan

Brandstof sparen, banden sparen, motoren sparen. Bij de gemiddelde kassa van de lokale supermarkt kan je minder dingen sparen dan mening F1-coureur tijdens de race, dit tot ongenoegen van de coureurs die niets liever doen dan 305 kilometer lang volgas rijden. Met lichtere wagens hoeft men niet langer op eieren te rijden. Brandstof sparen kan verleden tijd zijn als de FIA de toegestane hoeveelheid brandstof iets verhoogt, plus de banden lijden veel minder door het lagere gewicht. In plaats van 50 ronden op eieren te rijden op een set banden, kunnen de mannen weer ouderwets 25 ronden knallen, alvorens ze hun stop maken.

Meer verschil in strategie mogelijk

Meesterstrategen als Ross Brawn haalden met regelmaat prachtige huzarenstukjes uit als het op strategie aankwam. Een deel van de zeges van Michael Schumacher kwam tot stand door geniaal denkwerk vanaf de pitmuur. De vierstopper tijdens de Franse Grand Prix van 2004 was exemplarisch hiervoor. Een team kan ook tijdens de race spelen met de strategie, bijvoorbeeld als een van haar rijders klem zit achter een voorganger, of door slim in te spelen op gebeurtenissen tijdens de race.

Meer inhaalacties

Doordat de strategieën van de coureurs verschillen, en daarmee ook de hoeveelheid brandstof waarmee ze onderweg zijn, zullen we meer gevechten op de baan zien. Coureurs met een lichtere auto zijn daarbij in het voordeel.

Kleinere onderlinge verschillen

De verschillen in de Formule 1 zijn vaak tijdens de kwalificaties kleiner dan tijdens de races. Met name de teams uit de subtop, zoals Renault en McLaren, weten het soms de topteams lastig te maken op zaterdagen. Tijdens de race zijn deze teams echter nergens meer, wat grotendeels te wijten is aan de minder efficiënte auto’s. De banden van deze coureurs slijten sneller, waardoor het verschil in rondetijd al snel meer dan anderhalve seconde per ronde bedraagt. Het extra gewicht van de volle brandstoftanks werkt daarbij nadelig voor deze teams. Met lichtere auto’s worden de banden minder zwaar belast waardoor de subtop mogelijk dichter bij de top komt.

Spektakel

Pitstops waarbij getankt worden leveren een extra dimensie op. Hoeveel seconden staat de coureur stil voor de brandstof die mee moet? Kiest het team voor een kortere stint? Gaat de slang er goed in? Gaat het goed met de lollipop? Hoe je het ook wendt of keert, een tankstop is spannender dan een stop waarbij alleen vier banden gewisseld worden.