In 2020 gaat Honda als motorleverancier van Red Bull vol voor de wereldtitel. Een wereldtitel waar ze al jarenlang naar verlangen, die lang een utopie leek maar nu eindelijk aan de horizon gloort. We nemen je mee in het verhaal van Honda in de Formule 1.
De eerste kennismaking
In 1964 maakte Honda als constructeur kennis met de Formule 1. Vijf jaar, 35 races, twee overwinningen in en totaal vijf podiumfinishes later sloten de Japanners de Formule 1-deur weer achter zich. Hieronder vind je beelden van Max Verstappen die achter het stuur van de eerste racewinnende bolide van Honda, de RA272, kruipt. Tekst gaat verder onder de video
ot86tMVaeSA
De hoogtijdagen
Vijftien jaar later keerde Honda weer terug in de koningsklasse van de autosport, zij het als motorleverancier. In 1983 ging het in zee met laagvlieger Spirit en het grote Williams. Het was het begin van een uiterst succesvol decennium, waarbij de titels aaneen werden geregen. Nadat de motor jaar in jaar uit een stukje beter werd, won het in 1986 haar eerste titel in samenwerking met Williams. In totaal won Honda drieëntwintig races als motorleverancier van het Britse team, voordat het de overstap maakte naar McLaren. Die combinatie, McLaren-Honda, groeide uit tot een geoliede machine. De krachtbron van Japanse makelij werd alom geroemd om haar betrouwbaarheid en kracht. Het hoogtepunt was het seizoen 1988, waarin de Honda-krachtbron achterin de McLaren MP4/4 goed was voor vijftien polepositions en vijftien overwinningen in zestien races. Ongekend. Na zes titels op rij, waarvan twee met Williams en vier met McLaren, verliet Honda na een tegenvallend seizoen aan het einde van 1992 de sport, mede vanwege een financiële crisis in Japan. In totaal won Honda tussen 1983 en 1992 69 races, waarvan 44 als motorleverancier voor McLaren. Tekst gaat verder onder de afbeelding .
De terugkeer als constructeur
In 2000 keerde Honda terug als motorleverancier in de sport en leverde het Japanse krachtbronnen aan BAR (2000 – 2005) en Jordan (2001 & 2002). In 2005 kocht Honda het BAR-team, waarna het team vanaf 2006 door het leven ging als Honda Racing F1 team. Het vernieuwde Formule 1-avontuur als constructeur begon helemaal niet onverdienstelijk, met een knappe vierde plaats in het constructeurskampioenschap in 2006, met zelfs een overwinning voor Jenson Button in Hongarije. De twee daaropvolgende seizoenen ging het snel bergafwaarts. In 2007 waren de prestaties zwaar tegenvallend en waren er weinig tot geen hoogtepunten te bespeuren. Een achtste plaats in het kampioenschap, daar werd in Japan niemand vrolijk van. Een jaar later was een verdwaalde podiumfinish voor Rubens Barrichello het enige hoogtepuntje, maar achter de schermen werd er druk gewerkt om het tij te keren. Er werd personeel weggeplukt bij de concurrentie, totdat Honda eind 2008 plots besloot om de stekker uit hun Formule 1-project te trekken. De reden: de financiële crisis. De Japanners konden het niet verantwoorden om een team met een budget van 300 miljoen dollar te runnen. Ross Brawn nam het team over, switchte naar Mercedes-motoren en won in 2009 de beide titels, terwijl Honda nergens te bekennen was. Het Formule 1-project was gefaald. Tekst gaat verder onder de afbeelding .
Toch maar weer als motorleverancier
Nadat de donkerzwarte wolken na afloop van de financiële crisis weer waren opgetrokken, keerde Honda in 2015 wederom terug in de sport, zij het dit keer wederom als motorleverancier. Op haar pad kwam het een oude bekende tegen: McLaren. Het team waar het aan het einde van de jaren ’80 en begin van de jaren ’90 zoveel succes mee kende, wedstrijd na wedstrijd wist te winnen. In de werkelijkheid liep de hernieuwde Brits-Japanse samenwerking echter uit op een compleet fiasco. De Honda-krachtbron was sloom en onbetrouwbaar, de problemen stapelden zich op. Voormalig wereldkampioenen Fernando Alonso en Jenson Button waren niet vooruit te branden in de McLaren MP4-30. Alonso strooide op unieke wijze zout in de wonden van Honda. Tijdens de Grand Prix van Japan, in het thuisland van de motorleverancier, werd hij links en rechts voorbijgereden. ‘GP2-motor, GP2-motor!’, riep hij via de teamradio, terwijl heel de wereld meeluisterde. De ultieme belediging voor Honda. Saillant detail: Het was Max Verstappen die de emmer van de Spanjaard over deed lopen, waarna hij los ging op de radio. Nota bene de man die Honda in 2020 weer aan een titel moet helpen. Na drie zwaar teleurstellende seizoenen, waarbij McLaren achtereenvolgens negende, zesde en weer negende eindigde in het kampioenschap, werd Honda de deur gewezen. Het leek een troosteloos einde van het vernieuwde Formule 1-avontuur te zijn, totdat Red Bull om de hoek kwam kijken. Tekst gaat verder onder de afbeelding
Red Bull gunt Honda tweede kans
Het team van Max Verstappen had het namelijk wel gezien met de Renault-motoren. Tijdens de hoogtijdagen van het Oostenrijkse team, van 2010 tot en met 2013, speelde de motor een grote rol in de successen. Sinds het hybride tijdperk in 2014 van start ging liep Renault eigenlijk achter de feiten aan. In 2018 ging Red Bulls kleine broertje Toro Rosso dan ook in zee voor Red Bull. Als ware als proefkonijn voor Red Bull, dat overwoog om in 2019 in zee te gaan met de Japanners. De Honda-krachtbron werd in 2018 dan ook flink doorontwikkeld. Gridstraffen werden op de koop toegenomen, zeker nadat Red Bull overtuigd was van de potentie van de motor en besloot om Renault de deur te wijzen en vanaf 2019 met Honda in zee te gaan. Vorig jaar was het dus zover, Honda opende opnieuw de jacht naar succes, dit jaar als motorleverancier van Red Bull. Het jaar 2019 werd al snel bestempeld als overgangsjaar en de eerste helft van het seizoen waren er inderdaad nog wat aspecten waar hard aan gewerkt moest worden. De turbolag en de start waren de grootste problemen, maar gedurende het jaar werden de plooien gladgestreken. Ook in 2019 werden er gridstraffen geïncasseerd door de Red Bull- en Toro Rosso-coureurs, allemaal om zo helemaal klaar zijn voor 2020. Toch liet de Oostenrijks-Japanse combinatie hier en daar al hoopvolle dingen zien. In Oostenrijk floreerde de Red Bull RB15 aangedreven door de Honda RA619H en ook in Brazilië, aan het einde van het seizoen deed de krachtbron zeker niet onder voor die van grote concurrent Mercedes. Het moment suprême is nu dus aangebroken. Met een geheel nieuwe motor moet Honda dit seizoen haar wederopstanding compleet maken. Sinds de hoogtijdagen, inmiddels al zo’n dertig jaar geleden, probeerden de Japanners tot twee keer toe opnieuw de wereld der Formule 1 te veroveren, maar zonder succes. Sterker nog, twee maal keerde het met de staart tussen de benen en verslagen terug naar Sakura. Dit jaar moet dat anders worden. In combinatie met de sterk verbeterde Red Bull-bolide en Formule 1-ster in wording Max Verstappen gaat Honda dit jaar voor goud, en ze zouden zomaar kunnen slagen.
Meest gelezen