Sluit je aan bij De grootste racefamilie van Nederland

Ontdek welk pakket bij jou past

  • Altijd meepraten over de Formule 1
  • Kans maken op toffe prijzen
  • Advertentievrije site * (Plus & Premium)
  • Toegang tot de exclusieve RN365 app (Plus & Premium)
  • En nog veel meer…
* m.u.v. content van derden
Ontdek de mogelijkheden

'De Nederlander die Senna versloeg': Peter de Bruijn over zijn oude rivaal

Vandaag precies een kwart eeuw geleden overleed Formule 1-legende Ayrton Senna. De Braziliaan werd liefst driemaal wereldkampioen in de koningsklasse van de autosport en gold tijdens en na zijn leven als één van de beste coureurs aller tijden.

Waar Senna in de Formule 1 het wereldkampioenschap meermaals wist te veroveren, daar kwam de veelbesproken coureur er in de karting niet aan te pas. In 1980 werd hij tweede, voor teammaat Terry Fullerton – die hij later ‘mijn grootste tegenstander’ noemde – en achter de Nederlander Peter de Bruijn. Samen met hen herinnert RacingNews365 een bijzonder persoon op diens 25ste sterfdag. In deel één: De Bruijn.

Of hij er niet moe van wordt, altijd maar weer die vragen over een man die inmiddels een kwart eeuw dood is en waartegen hij een kleine veertig jaar geleden racete? “Het blijft natuurlijk wel onvoorstelbaar hoeveel aandacht Ayrton nog altijd trekt”, erkent De Bruijn, die na zijn actieve loopbaan naam maakte als teameigenaar van het zeer succesvolle PDB Racing Team. “Soms krijg je het gevoel dat mensen niet eens beseffen dat hij niet meer onder ons is – je leest bijna elke dag wel iets over hem.”In de jaren ’70 van de vorige eeuw probeert een jonge Braziliaanse knaap naam te maken in Europa. Ayrton Senna da Silva strijkt neer in Italië, waar hij aan de slag gaat bij het hoog aangeschreven fabrieksteam van Dap, waar hij tot en met 1980 actief voor zou zijn. Peter de Bruijn, die het een jaartje probeert in de autosport maar voor 1980 terugkeert in de kartwereld en daar uiteindelijk zijn brood aan zal verdienen, geldt als een van zijn grootste tegenstanders. Senna en De Bruijn kunnen ondanks hun rivaliteit óp de kartbaan echter prima met elkaar overweg, iets wat niet iedere concurrent van de zelfverzekerde Braziliaan is gegeven. “Ik zat niet in hetzelfde team als Ayrton”, verklaart de in Vlaardingen woonachtige tegenover RacingNews365 . “Kijk, ik kan niet zeggen dat we elkaars vrienden waren, maar we kwamen elkaar geregeld tegen en lagen elkaar best goed. Mijn voordeel was natuurlijk dat ik niet te maken had met de concurrentiestrijd die gaande was binnen een team – zoals Fullerton bijvoorbeeld wél had.”

Ayrton was keihard voor zichzelf, maar dat tekent een goede coureur

Peter de Bruijn

Intens was Senna echter al wel, vanaf de beginjaren af aan. “Ja, het was altijd buigen of barsten”, haalt De Bruijn herinneringen aan zijn overleden concurrent op. “Ik heb weleens meegemaakt dat Ayrton ergens in Italië een bepaalde bocht per se volgas wilde nemen, maar dat lukte dan niet. Hij vloog tot driemaal toe de hekken in, op het laatst moesten ze hem de kart in tillen omdat het hem zelf vanwege de opgelopen pijntjes niet meer lukte. Hij was keihard voor zichzelf. Maar dat tekent een goede coureur ook, he – je gaat maar voor één ding, je wilt geen tweede worden.” Ook in zijn jonge jaren reed Senna weleens tegen een concurrent aan, zoals later in de Formule 1 zou gebeuren in de felle strijd met Alain Prost. “Ik vind dat eigenlijk wel bij iemand horen die wedstrijden wil winnen. Het kan niet altijd even goed en aardig zijn. Buiten de strijd die je op zo’n evenement hebt kan je natuurlijk wel normaal met elkaar omgaan naast de baan.” Juist vanwege die instelling kan Senna zijn Nederlandse tegenstander waarderen. “Het was een verschrikkelijk goed mens”, meent De Bruijn, “een heel apart persoon, die in zijn privéleven voor anderen probeerde te zorgen middels de stichting die hij in zijn laatste maanden heeft opgezet. In de omgang met mensen, teams en dergelijke, privé en formeel, was hij gewoon een hele goeie, fijne vent. Natuurlijk was de sportieve strijd best wel hard, maar dat hoort erbij als je in de top zit. Tussen ons zijn er geen onredelijke dingen of wat dan ook gebeurd, met anderen heb ik het hem ook niet zien hebben. Het kan natuurlijk altijd gebeurd zijn, maar ik heb het zelf niet meegemaakt.”

Dat Senna zijn Nederlandse concurrent echt mag, blijkt een jaar na De Bruijns wereldkampioenschapszege. Omdat Senna, die op dat moment zijn eerste jaar in de autosport heeft afgewerkt maar terugkeert voor het WK – omdat hij die dolgraag wil winnen – zich kansloos acht, stelt de Braziliaan zijn banden beschikbaar. Senna kan het niet verkroppen dat hij door reglementswijzigingen omtrent de motoren zelf geen kans heeft en van de concurrent-motorfabrikant wel, dus besluit hij De Bruijn een duwtje in de rug te geven. “Hij besefte dat hij niet kon winnen en toen zei-ie, ‘joh, ik kan het niet doen en ik wil liever niet dat één van die andere jongens wint, ik gun het jou meer, neem mijn banden’. We kennen Ayrton vanwege zijn gedrevenheid en starheid, maar het was ook gewoon een toffe kerel. Dat soort dingetjes maakte ik dus weleens met hem mee!” Waar De Bruijn een grote naam in de kartwereld wordt, mede dankzij zijn succesvolle team – waarvoor namen als Jos Verstappen, Kimi Raikkonen en Valtteri Bottas zouden rijden – daar groeit Senna uit tot een wereldster. Ondanks dat de Braziliaan meerdere titels wint en in eigen land haast groter is dan de president, vergeet de Formule 1-legende zijn verleden niet. De Bruijn wordt onverwachts verrast tijdens het indoor kartspektakel dat eind 1993 in Parijs-Bercy wordt gehouden. Senna weet op dat moment al dat hij in het volgende F1-seizoen voor Williams zal rijden, en komt net terug van het passen van een stoeltje. Op de overdekte kartbaan komt de Braziliaan zijn oude rivaal tegen – eentje die hij al een jaar of tien niet meer heeft gezien. “Eurosport deed verslag van het evenement en ik kende een aantal van die jongens wel goed. Ze zeiden tegen mij, joh, ga even een praatje maken met Senna. Ik zei: ik heb die vent al een jaar of tien niet meer gezien. We hadden elkaar wel een paar keer via via de groeten gedaan, maar meer ook niet. Ik kon vanwege mijn bezigheden in de kartwereld ook nooit op bezoek bij een Grand Prix.”

Ayrton Senna had me jaren niet gezien en begon direct te praten alsof we gisteren nog hadden gekletst

Peter de Bruijn

Als Senna De Bruijn treft, is de Braziliaan direct amicaal. “Ze zetten hem na tien jaar voor mijn neus neer en het eerste wat hij zegt is ‘hé, Peter!’. Dat vind ik onvoorstelbaar. Iemand die zoveel mensen ziet, zoveel jaren zo’n drukbezet bestaan heeft en dan iemand uit zijn verleden tegenkomt die tien kilo zwaarder is dan vroeger en wat haren heeft verloren – en vervolgens begint te praten alsof-ie ‘m gisteren nog heeft gezien. Dat was écht Ayrton. Krap een half jaar na hun laatste ontmoeting verongelukt Senna, in leidende positie crasht hij door tot op vandaag de dag onbekende reden keihard tegen de betonnen muur van de Tamburello-bocht op het circuit van Imola. Formule 1-volger De Bruijn ziet met zijn complete team thuis voor de buis te kijken – er is geen kartwedstrijd en dus kan men eens een Grand Prix live zien. De Bruijn is nog altijd ziek van de taferelen op Imola. “De dag ervoor was het met Roland Ratzenberger natuurlijk al raak, maar ook bij Senna had ik direct het gevoel dat het fout zat. Ik zag die klap één keer en heb daarna niet meer gekeken, heb de crash zelfs nooit weer gezien. Ik hoef het ook niet te zien, daar heb ik teveel gevoelens bij. Ik was er klaar mee. Het was echt vanwege hem. Je had geen band met elkaar, maar je hebt vijf, zes jaar samen geracet. Het voelde alsof er een familielid overleed en in die tijd heb ik er behoorlijk mee geworsteld.”

Senna is niet de eerste voormalig concurrent van De Bruijn die het leven laat. “Elio de Angelis, Stefan Bellof, en zo zijn er nog wel een paar”, somt de kartbaas een paar namen op. “Dat was toch anders, ondanks dat het natuurlijk even erg is.” Impact op zijn eigen interpretatie van het racen heeft het ongeluk van Senna niet gehad. “Coureurs weten dat ze risico lopen. Je hebt je er maar bij neer te leggen als het gebeurt.” “Kijk, elk verhaal wordt anders geïnterpreteerd door de media. Maar dat wil niet zeggen dat het anders is. Justin Wilson (in 2015 overleden na een bizar incident in de IndyCars) reed met mijn motoren, dat was ook vreselijk om hem te zien gaan. Tien jaar geleden hebben we de dood van Thomas Knopper meegemaakt op de kartbaan. Dat wordt zeker niet vergeten in de kartwereld, maar het is toch anders. Het leven gaat verder. Elke van dat soort gebeurtenissen is vreselijk, maar het is maar net hoe de media en de mensen ermee omgaan.” “Ayrton was zó groot, dat we hem vandaag de dag nog steeds langs zien komen op onze sociale media. Hij ging tot het uiterste, was zo ongelooflijk gedreven. Een fantastisch persoon.”

Viaplay
x
Data Verstappen worstelt ook in droge omstandigheden