De basis van de motoren blijft een traditionele V6-motor met een cilinderinhoud van 1,6 liter in 90 graden. Uiteindelijk willen de partijen een ontwerp dat 1000 tot 1200 PK kan leveren, maar dat is afhankelijk van de gekozen opties. Over de verbrandingsmotor zijn alle betrokken partijen het wel eens, maar daarna ontstaan er twee kampen. Kamp A wil een enkele turbo met een MGU-H of E-Booster. Kamp B wil een bi-turbo zonder MGU-H. De MGU-H is een van de heikele punten die wel op de steun van Mercedes en Ferrari kan rekenen, maar niet op die van de nieuwe partijen die interesse hebben in de F1. Het opwekken van vermogen door het omzetten van uitlaatgassen tot energie is een complexe en dure technologie. Voor onafhankelijke motorleveranciers als Cosworth en Ilmor is de ontwikkeling van een MGU-H te complex en duur. Het voorstel om een standaard MGU-H in te zetten die ontwikkeld wordt door een derde partij werd door de fabrikanten afgeschoten.
De optie van kamp B om een Bi-turbo te gebruiken heeft voor en nadelen. In totaal brengt dit ongeveer vijftien kilo aan extra gewicht met zich mee, maar door het verdwijnen van de MGU-H wordt dit gecompenseerd. De nieuwe leverancier hebben de voorkeur voor deze goedkopere en minder complexe optie. Houdt men vast aan een enkele turbo, dan moet er volgens de experts gebruik worden gemaakt van een E-booster om het vervallen van de MGU-H op te vangen. Dinsdag 31 oktober 2017 worden de knopen doorgehakt en presenteert de FIA haar voorstel aan de teams en geïnteresseerde motorleveranciers.
Meest gelezen