"Fans onderschatten hoe veel beter de Formule 1 nu is dan vroeger"

Tegenwoordig wordt er door Formule 1-fans geklaagd dat er bepaalde dingen ontbreken in de sport, dat het niet meer zo goed aanvoelt als vroeger. Sommigen vinden dat de coureurs eigenlijk maar over weinig vaardigheden te beschikken, de auto's lijken immers op rails te liggen. Formule 1-commentator Martin Brundle kan zich niet vinden in dit sentiment, zo vertelt hij in de Collecting Cars -podcast. "Het racen was vroeger helemaal niet zo goed", begint de oud-Formule 1-coureur. "Toentertijd zat er in de kwalificatie wel tien seconden tussen degene op poleposition en de achterste! De onvoorspelbaarheid waarnaar mensen zo verlangen, die was vooral te danken aan de onbetrouwbaarheid van de auto's. Ik denk dat het racen tegenwoordig beter is, de auto's zitten ook veel dichterbij elkaar. Als je in die periode van de Formule 1 het einde van de wedstrijd haalde, dan was dat een aangename verrassing, tegenwoordig is het bijna vanzelfsprekend." Brundle begrijpt dat de Formule 1 niet hetzelfde is als in de jaren negentig, maar dat is in zijn ogen niet per se negatief. "In mijn tijd was je al blij wanneer de neus van je auto de juiste richting op stak je bij het inrijden van een bocht, tegenwoordig hebben ze het verknald als ze een meter te vroeg remmen. Ik weet daarom ook zeker dat er vandaag de dag eenzelfde hoeveelheid talent – zo niet, meer – bij komt kijken in de Formule 1." "Het verschil is dat de sport veel veiliger is dan toen", legt Brundle uit. "De coureurs zullen nu niet snel overlijden bij een crash. Daarnaast hoeven coureurs niet meer te worstelen met de auto, het gaat tegenwoordig juist om de ongelooflijke precisie van het spelletje. Dat is natuurlijk niet altijd even spannend, maar ik heb het dit seizoen geweldig interessant gevonden." "Mensen onderschatten het", vindt Brundle. "Neem bijvoorbeeld Monza op een regenachtige dag, je rijdt dan met ruim 300 km/u over het circuit zonder dat je iets kunt zien. Waar je voorganger rijdt, dat weet je niet – je ziet hem niet, je moet luisteren naar zijn auto om dat te kunnen bepalen. Referentiepunten voor je rempunten begin je in te beelden. Wanneer je op zulke momenten het gaspedaal verder indrukt, dan weet je dat je een racecoureur bent."