Op Spa-Francorchamps had Ferrari twijfels over de inzet van ofwel de low downforce achtervleugel zoals die werd ingezet in de Grand Prix van Azerbeidzjan, ofwel de inzet een een geüpdatete versie van die achtervleugel, waarbij de ene net wat meer downforce genereerde dan de ander. Die twijfel was gegrond, omdat men toch ook terug moest kunnen vallen op de nodige downforce in de tweede sector van het circuit, tevens de meest bochtige sector. Die twijfels waren er op Circuit Zandvoort op de vrijdag totaal niet toen direct vanaf de eerste vrije training met beide auto's werd gekozen voor een high downforce achtervleugel, gekenmerkt door een duidelijk zichtbaar lepelprofiel aan de onderzijde van de vleugel (zie illustratie). Het betreft hier een licht aangepaste versie van de vleugel zoals die op de Hungaroring werd gebruikt, waarbij het centrale deel van de horizontale liggers iets hoger is komen te liggen. De balans die Ferrari met deze configuratie wist te vinden stelde het team in staat met twee auto's het veld aan te voeren in VT2 en tevens een racepace te laten zien die beter lijkt te zijn dan die van Max Verstappen, die enkel achtste werd, nadat hij weliswaar reed op gebruikte softs. Na de eerste twee vrije trainingen is het duidelijk dat de juiste correlatie tussen de simulaties zoals ze zijn uitgevoerd in Maranello en de praktijk direct gevonden werd. In eerdere raceweekenden hebben we gezien dat als Ferrari daar al direct in slaagde, ze met minimale aanpassingen aan die goede basissetup het het hele weekend snel waren, zoals bijvoorbeeld in Oostenrijk het geval was.
Meest gelezen