Of hij het vervelend vindt dat hij nooit in de Formule 1 heeft gereden? Op die vraag antwoordt de inmiddels 66-jarige tweevoudig Indy 500-winnaar (1990, 1997) ontkennend. "Joh, ik heb jaren tegen de grote mannen uit de Formule 1-gereden in de Indycars", begint Luyendyk zijn verhaal in een exclusief interview met RacingNews365 . "Mario Andretti, Emerson Fittipaldi, Nigel Mansell, maar ook Eddie Cheever, Stefan Johansson, Alan Jones, Raul Boesel, Teo Fabi, Roberto Moreno, Bruno Giacomelli, Nelson Piquet en Roberto Guerrero. Ik heb mij aan hen kunnen meten, ik versloeg ze ook. Ik heb dus tegen ze gereden, alleen niet in de Formule 1. En daar zit ik echt helemaal niet mee." Toch: drie keer komt de Formule 1 op het pad van de Brabander. "De eerste keer al in 1975, ik was echt piepjong”, herinnert Luyendyk zich. "Ik werd door de gebroeders Hoogenboom, toen als HB sponsors van het team van Ensign, uitgenodigd voor een test op Paul Ricard. Ik kon mogelijk starten in de Grands Prix van België en Nederland." Dat aanbod komt niet helemaal uit de lucht vallen, want HB wil Luyendyk financieel ondersteunen in het Engels F3-kampioenschap. Die eerste kennismaking loopt echter uit op een teleurstelling. "Op dag één kwam ik tot acht rondjes, op dag twee stond ik na vijf of zes omlopen al weer in de pits. Toch ging het ook weer niet zo gek. Want op de tweede dag ging ik zeven seconden sneller dan de dag ervoor, op een paar tienden van een seconden nog maar van Grand Prix-coureur Roelof Wunderink.." Luyendyk besluit desondanks om niet met Ensign in zee te gaan wanneer de gebroeders Hoogenbooms zijn Formule 3-seizoen in Engeland toch niet financieel willen ondersteunen. "Het ging bij de Hoogenbooms altijd over geld, en ook toen al stond Ensign synoniem voor niet-kwalificeren. Ik zag de bui al snel hangen."
Een tweede kans komt pas weer voorbij in 1989 als Luyendyks ster rijzende is in de Verenigde Staten. Hij heeft dan al een paar keer indruk gemaakt in de 500 Mijl van Indianapolis. "Jean-Pierre van Rossem belde mij op, de grote man van Moneytron. De Belg had een nieuw Formule 1-team opgezet, maar ik wilde hetgeen ik in Amerika had opgebouwd niet zomaar opgeven. Bertrand Gachot en Stefan Johansson deden het dat jaar trouwens best aardig met het team, er werden nog punten gescoord." Hij voegt er na een korte stilte aan toe: “Ik heb er toen wel goed over nagedacht, ik heb lang met Van Rossem aan de telefoon gehangen en nog bijna het vliegtuig gepakt."
De derde gelegenheid doet zich tenslotte in 1992 voor, bij het dan al zieltogende Brabham. "Ze hadden toen die roze auto, Damon Hill reed er nog mee, en eerder Eric van de Poele en Giovanna Amati. Iemand die ik nog kende van mijn sponsor Provimi Veal belde mij, Brabham zat aardig aan de grond en ze wilden mij wel hebben als coureur. Ik ben er niet op in gegaan." Luyendyk zou met de Brabham vermoedelijk niets hebben kunnen uitrichten, want de bolides zijn in 1992 zo hopeloos verouderd en traag, dat de ze doorgaans stranden in de kwalificaties. Conclusie? "Ik heb de juiste keuzes gemaakt. Zoals ik al zei: ik heb tegen Formule 1-toppers gereden, alleen niet in de Formule 1. Ik vind het prima zoals het is gegaan."
Meest gelezen