Diverse argumenten worden door voor- en tegenstanders aangevoerd in de discussie rondom de tankstops. Voorstanders zien als pluspunten dat de coureurs met minder brandstof onderweg zijn, waardoor de auto's lichter en sneller zijn. Daarnaast biedt het bijtanken meer strategische mogelijkheden en zorgt het gewichtsverschil tussen de coureurs op de baan mogelijk voor meer actie. De tankstop zorgt bovendien voor een extra spannende pitstop en ook een stukje gevaar dat past in het plan van Liberty Media om de sport spectaculairder te maken. Tegenstanders zien echter nauwelijks voordelen, maar vooral veel nadelen. Het kostenaspect wordt daarbij keer op keer aangevoerd. De kosten voor de tankinstallaties, maar bovenal de kosten voor het transport van de brandstof naar alle races. Otmar Szafnauer, teambaas van Racing Point, spreekt over een bedrag van 2,5 miljoen in vijf jaar. "Over een periode van vijf seizoenen gerekend, komen de extra kosten uit op zo'n 2,5 miljoen dollar. Dat is veel geld, zeker als het niet noodzakelijk is", laat hij aan Motorsport-Total weten. Szafnauer is duidelijk geen voorstander van de tankstops en vreest dat de races eerder een optocht worden, dan dat ze spectaculairder worden. "Ik denk dat we veel minder inhaalacties op de baan zien, maar dat coureurs wachten tot de pitstops." Het veiligheidsaspect is voor de Racing Point-teambaas ook een belangrijk argument om de tankstops niet in te voeren: "Denk aan een situatie waarbij er een grote pitbrand ontstaat, of een coureur niet snel genoeg uit de auto kan komen. Of situaties waarin de coureur met de brandstofslang nog in de auto wegrijdt. Dat zijn enkele van mijn tegenargumenten."
Meest gelezen