Het Formule 1-reglement is glashelder. Teams zijn verplicht om met twee auto’s – en dus twee rijders – aan de start te verschijnen, willen zij deel kunnen nemen aan het FIA wereldkampioenschap Formule 1. Sinds 1992 is daarop geen uitzondering meer gemaakt. Dat was de jaren ervoor wel anders: teams mochten zelf bepalen of ze één, twee of (in de jaren 70 niet ongebruikelijk) drie auto’s aan de start wilden brengen. Meestal kozen de kleine equipes, om de kosten te drukken, voor een inschrijving met slechts een bolide. In 1991 waren Fondmetal (voorheen Osella) en Coloni de laatsten der Mohikanen. Nu de Formule 1 zo dringend verlegen zit om nieuwe teams, en kostenbesparing leidend is, zou je je kunnen afvragen of het niet hoog tijd is om nieuwe renstallen tijdelijk toe te staan de eerste drie jaren in de Formule 1 slechts één wagen in te schrijven, met de verplichting dat ze in de jaren daarna alsnog met twee bolides aan de start verschijnen. Dat zou nieuwe teams, die nu nog aarzelen om budgettaire redenen, over de streep kunnen trekken. Die drie seizoenen zijn dan een mooi leertraject, daarna moeten ze laten zien dat ze – met twee bolides – écht rijp zijn voor een rol van betekenis in de Champions League van de autosport.
De geschiedenis wijst uit dat een dergelijk single-car-team erg aantrekkelijk kan zijn voor start-ups, waarbij daverende verrassingen niet zijn uitgesloten. Een voorbeeld? De Canadese oliemiljonair Walter Wolf besluit eind 1976 een eigen renstal uit de grond te stampen en slaat vervolgens kwistig aan het winkelen. Hij haalt topcoureur Jody Scheckter (foto hierboven) over een tweejarige verbintenis te tekenen, trekt topontwerper Harvey Postlethwaite aan en koopt motoren, versnellingsbakken en banden bij de respectievelijke firma’s Cosworth, Hewland en Goodyear. Wolf kiest doelbewust - en kostenbewust - voor de inzet van slechts een auto en ja… het wonder geschiedt. Tijdens de seizoenstart van 1977 in Argentinië snelt Scheckter in de elegante en uiterst efficiënte Wolf WR1 naar een sensationele debuutzege voor Walter Wolf Racing. Een stunt die feitelijk pas in 2009 door Brawn GP – met twee auto’s - zou worden herhaald. Scheckter eindigt dat jaar zelfs tweede in het wereldkampioenschap, achter Niki Lauda en voor Mario Andretti. Wolf blijft drie jaar lang met één auto actief in de Formule 1, waarna hij de boel eind ’79 verkoopt aan de gebroeders Fittipaldi, die van het nieuwe Fittipaldi-Wolf-fusieteam een twee-wagens team maken. De Formule 1 kan een frisse injectie maar al te goed gebruiken. Misschien moeten Liberty Media, FIA en FOM nog maar eens goed studeren op het bericht van de WTCR… en op de rijke historie van de Formule 1. Op naar een startgrid met 26 auto’s! Even bellen met Walter Wolf, Ross Brawn?
Meest gelezen