Graham Hill Wereldkampioen Graham Hill was niet uit de auto te krijgen. De Brit maakte in 1958 zijn debuut in de Formule 1 en luidde daarmee een carrière in die liefst achttien seizoenen zou omspannen – een ongekend lange periode voor die tijd. In de schemerjaren van zijn loopbaan was Hill actief in de koningsklasse met zijn eigen team, Embassy Hill. Het avontuur kende een tragische afloop, want het vliegtuig waarmee Hill en en team terugkeerden stortte neer na een training in Frankrijk. Hill was op dat moment 46 jaar oud. Hoewel de Londenaar met zijn eigen team amper uit de verf kwam, wist hij op veertigjarige leeftijd nog zijn laatste Grand Prix te winnen in Monaco. Zijn bijnaam luidde dan ook niet voor niets 'Koning van Monaco'. Jack Brabham De Australische Jack Brabham bewees al vroeg in zijn Formule 1-loopbaan uit het juiste racehout gesneden te zijn door al in zijn tweede volledige seizoen in de sport wereldkampioen te worden. Een jaar later herhaalde Brabham het kunstje en pakte hij zijn tweede wereldtitel. Na een mager seizoen volgde de oprichting van zijn eigen Formule 1-team: het gelijknamige Brabham stond voor het eerst aan de start van een Grand Prix in 1962. In 1963 ging 'Black Jack' aan de haal met het kampioenschap in zijn eigen auto. Zijn laatste overwinning behaalde Brabham eveneens achter het stuur van zijn eigen bolide: op 43-jarige leeftijd won de Australiër in Zuid-Afrika. Nigel Mansell Met zijn 26 jaar was Nigel Mansell bepaald geen guppie toen hij debuteerde in de Formule 1. De Brit groeide vanwege zijn agressieve rijstijl al snel uit tot een van de smaakmakers in de sport. In 1992 lukte het Mansell éindelijk wereldkampioen te worden bij het team van Williams, maar vanwege onenigheid met de teamleiding verliet hij de sport daarna direct. Mansell keerde in 1994 voor een handvol races terug en won daarvan zijn laatste. Mansell was toen 41 jaar oud. Juan Manuel Fangio In de tijd dat Juan Manuel Fangio in de Formule 1 actief was keek niemand op van coureurs op leeftijd. Menig coureur was destijds diep in de veertig, soms zelfs in de vijftig. Fangio was echter verreweg de snelste in die gevaarlijke periode van de sport. De Argentijn was heer en meester en schreef in een klein decennium tijd liefst vijf kampioenschappen op zijn naam met vier verschillende constructeurs. Zijn laatste overwinning behaalde Fangio toen hij 46 jaar oud was.
Juan Manuel Fangio is hierboven te zien na het winnen van de Grand Prix van Nederland in 1955. De Argentijn greep de winst met nog geen halve seconde voorsprong op teamgenoot Stirling Moss in wisselvallige omstandigheden. De zege kwam een week na de grootste tragedie in de autosport, toen ruim tachtig mensen het lieven lieten bij een ernstig ongeval tijdens de 24 uur van Le Mans. Nelson Piquet Drievoudig wereldkampioen Nelson Piquet beschikte in de laatste seizoenen van zijn Formule 1-carrière zeker niet meer over het beste materiaal, maar dat weerhield de Braziliaan er niet van regelmatig nog mooie dingen te laten zien. Piquet leek te moeten accepteren dat de overwinningen die hij aan het eind van 1990 behaalde zijn laatste zouden zijn, maar daar stak Nigel Mansell een jaar later eigenhandig een stokje voor. De Brit lag in Canada zóver voor op de concurrentie dat hij al halverwege de laatste raceronde begon met het vieren van zijn overwinning, maar gooide zijn eigen ruiten in door in het proces zijn motor af te laten slaan in de haarspeldbocht. Piquet ging zo op 38-jarige leeftijd alsnog met een overwinning aan de haal. Mario Andretti Het fenomeen genaamd Mario Andretti is op papier niet de meest succesvolle Formule 1-coureur aller tijden, maar dankzij zijn indrukwekkende cv mag de geboren Italiaan niet ontbreken op de lijst. Andretti won voor Team Lotus zijn laatste Grand Prix in 1978, hetzelfde jaar dat hij wereldkampioen werd, op 38-jarige leeftijd. Zijn laatste podium in de Formule 1 volgde vier jaar later bij een spontaan optreden voor Ferrari, nota bene voor de ogen van de tifosi op het circuit van Monza. Andretti bleef daarna buiten de Formule 1 actief in de autosport en scoorde in 1993, op 53-jarige leeftijd, zijn laatste zege in de toenmalige CART-serie. Gerhard Berger Hoewel Gerhard Berger nooit constant genoeg presteerde of het materiaal niet kreeg om een gooi naar het kampioenschap te kunnen doen, was de Oostenrijker onverslaanbaar als hij zijn dag had. En wat voor een dag had hij op 27 juli 1997: Berger keerde terug na drie Grands Prix te hebben gemist vanwege een ziekte en rouwde óók nog oom de plotselinge dood van zijn vader, maar dat weerhield hem er niet van niet een huzarenstuk neer te zetten. Achter het stuur van zijn Benetton, die sinds het vertrek van Michael Schumacher aan het eind van 1995 lang niet zo competitief meer was, was Berger zowel in de kwalificatie als de race te sterk voor iedereen. Op bijna 38-jarige leeftijd won hij niet alleen zijn laatste overwinning in de Formule 1, maar ook die van Benetton.
Meest gelezen