Ik ben van een leeftijd waarop ik me Red Bull's Formule 1-adviseur (Dr.) Helmut Marko als racer kan herinneren - in de drie-uurs endurancerace van 1970, die op hete en zwoele tweede kerstdag werd verreden op het extreem krappe Roy Hesketh Circuit, gelegen in mijn geboortestad Pietermaritzburg (Zuid-Afrika). Ik herinner me dat ik onder de indruk was, niet zozeer van zijn rijgedrag - duidelijk topklasse, aangezien hij en nationaal F1-kampioen John Love tweede werden, slechts enkele seconden achter racelegende Brian Redman en ruim voor Bruce van der Merwe (vader van voormalig F1 Medical Car-coureur Alan) - maar vanwege het feit dat hij niet alleen advocaat was, maar ook een doctoraat in die discipline had. Dat Marko en Love de vijf races tellende Springbok Series wonnen, getuigt van hun klasse. Op dat moment wilden mijn ouders dat ik rechten ging studeren, dus ik dacht optimistisch dat ik die twee misschien kon combineren en mijn aspirant-racecarrière kon betalen door middel van juridisch werk... De eerstvolgende keer dat ik de naam van de Oostenrijker hoorde, was op de radio in de tijd vóór de televisie-uitzendingen, toen hij in 1971 de 24 uur van Le Mans won in een Martini Porsche 917 met Gijs van Lennep, die ook in Zuid-Afrika had geracet. Ik was een enorme 917-fan - nog steeds - en zou de Le Mans-film van Steve McQueen drie keer gaan zien. Hun succes heeft me echt geraakt. Misschien moest ik harder studeren en de wensen van mijn ouders volgen, dacht ik. Foto hieronder: Marko (rijdend voor Lola) achtervolgt Brian Redman (Chevron) in een drie uur durende endurancewedstrijd in Pietermaritzburg in 1970.
Toen kwam mijn eerste Formule 1 Grand Prix - Kyalami, 1972 - en tegen die tijd was Helmut doorgebroken in de F1 met BRM, maar eerlijk gezegd ging mijn aandacht uit naar Niki Lauda, die voortreffelijk reed en zevende werd tegenover Helmuts veertiende plaats. In augustus van dat jaar vernam ik uit een magazine, zij het een exemplaar van twee maanden oud - zo lang duurde het voordat de zeevrachtexemplaren van mijn 'bijbel' Zuid-Afrika bereikten - dat Helmut een oog was verloren tijdens de GP van Frankrijk door een rondvliegende steen, dit nadat hij zich als zesde had gekwalificeerd. Ik was bedroefd, maar in die tijd stierven er gemiddeld drie coureurs per jaar, dus wat was een oog nou, redeneerde ik. Hij leeft, dat is wat telt... Vervolgens verdween hij geleidelijk aan uit mijn gedachten, op de momenten dat Le Mans of Targa Florio - hij is nog steeds houder van het ronderecord - ter sprake kwamen na. Totdat de Britse Grand Prix van 1997 plaatsvond, mijn eerste Grand Prix als geaccrediteerd journalist. Het Red Bull RSM team nam hierbij in het voorprogramma deel aan de F3000 met Juan-Pablo Montoya. Ik schoot wakker. Toen Red Bull in 2005 voor zichzelf begon, werd Helmut een vaste waarde in de F1-paddock, en naarmate het team groter werd, kwam ik steeds meer in zijn buurt en besprak ik soms zijn Zuid-Afrikaanse resultaten, 917's en Red Bull Racing. Uiteindelijk vroeg ik hem naar het oog-incident. Spijt? "Niet echt, want ik kan het niet veranderen..." was het nuchtere antwoord. Helmut houdt duidelijk van autosport, maar op een traditionele manier. Hij behandelt de coureurs zoals teambazen dat deden in de jaren 70: direct, straight to the point. Hij heeft hierdoor gaandeweg een reputatie opgebouwd van meedogenloosheid, vooral als coureurs niet aan zijn hoge eisen voldeden - als je Le Mans hebt gewonnen en je maten Jochen Rindt en Lauda waren, zijn die eisen inderdaad hoog. Ik snap het, maar Netflixers niet. De keerzijde is echter dat het Red Bull Junior-programma vele coureurs in staat stelde om zo ver te komen en en goed geld te verdienen, zelfs nadat ze waren afgezet. Daniil Kyvat is er één van, maar vandaag de dag piept hij (en anderen) ondankbaar alsof ze recht hebben op eeuwige sponsoring...
De hangende Red Bull
Naar mijn schatting is Helmut al meer dan 60 jaar toegewijd aan de sport: Hij en (postuum) wereldkampioen Rindt uit 1970 achtervolgden elkaar illegaal door de straten van Graz op 50cc-brommers in het midden van de jaren zestig. Toch houdt hij, ondanks het verlies van vele vrienden, een oog en, bij uitbreiding, aantoonbaar minstens een Grand Prix-overwinning, duidelijk evenveel van het racen als toen ik de blonde en jonge advocaat meer dan 50 jaar geleden zag racen bij Roy Hesketh. In 2021 werd ik uitgenodigd op zijn kantoor in Graz, van waaruit hij tussen de F1-taken door zijn twee luxe hotels beheert, naar verluidt de beste hotels in de Oostenrijkse stad. Voordat ik hem ondervroeg wenkte hij me naar het raam tegenover zijn bureau: Op een klif boven de gevels van zijn hotel hangt een Red Bull, een knipoog naar zijn twee passies, elke keer als hij naar buiten kijkt. Toen ik later de auto inspecteerde kwam ik erachter dat het geen model auto was. Het was een echte showauto gebouwd met gebruikte onderdelen. Er zijn een aantal F1-figuren die me opvrolijken als ik ze in de paddock zie. Jackie Stewart is een, Helmut Marko is een ander. Gelukkige 80ste verjaardag, Herr Doktor!
Meest gelezen