Sinds vorig jaar werkt de Formule 1 met een budgetplafond, waardoor er dit jaar nog maar 140 miljoen dollar mag worden uitgegeven door de teams (er zijn wel wat uitzonderingen hier en daar). Door de hoge inflatie vreest Red Bull echter dat een groot deel van de teams in de problemen gaat komen. "Het komt er op neer dat ongeveer zeven van de tien teams de laatste vier races van het seizoen moeten gaan missen om onder het budgetplafond te blijven", claimde Horner in Spanje. Daarom roept hij de FIA om op het budgetplafond te verruimen. Niet alle teams zien dat echter zitten. Alpine is een van die teams, zo laat teambaas Otmar Szafnauer weten in gesprek met onder meer RacingNews365 . "Wij zijn niet voor het verruimen van het budgetplafond. Helaas hebben wij ons budget al heel vroeg vastgesteld. Wij hebben geanticipeerd op wat inflatie. Het heeft ons dus niet compleet verrast. Als we terugkijken naar december, dan was de consumentenprijsindex toen al 107 (wat betekent dat de prijzen van consumentengoederen 7% hoger waren dan een jaar geleden, red.). De meeste teams stellen hun budget voor het volgende jaar samen in november of december, dus voor ons kwam het niet als een verrassing." Volgens de Amerikaan hebben de andere teams daarom geen excuses. "We hebben dus vooruit gepland en rekening gehouden met inflatie. Ook al hadden we niet helemaal rekening gehouden met deze hoge transportkosten, zitten we nog steeds onder het budgetplafond. Als wij het kunnen doen, dan kunnen andere teams het ook doen. Daarom ben ik niet voor het verhogen van het budgetplafond.
Alpine-teambaas lacht om noodkreet Horner
Geconfronteerd met de woorden van Horner, die claimde dat zeven teams de laatste vier races op deze manier moeten missen, barst Szafnauer in lachen uit. "Oke dan! Dat zou heel mooi zijn voor Alpine. Dan kunnen wij stappen zetten in het kampioenschap. Dat zou ik verwelkomen. Moeten we daar echt rekening mee houden, of probeerde Horner gewoon geestig te zijn?", grapt Otmar. Hij vervolgt op een serieuzere toon. Hij denkt simpelweg dat teams als Red Bull hun ontwikkelingsbudget in de strijd om de titel niet willen verlagen. "Ik weet wat ons budget is. Een significant deel van het budget wordt weggezet voor de ontwikkeling van de auto, zeker in een seizoen waarin de regels helemaal nieuw zijn. Dan besteed je veel geld aan de ontwikkeling, want in principe is het dit jaar een ontwikkelingsrace." "Als de transportkosten dan 3 miljoen stijgen, maar je ontwikkelingsbudget 20 miljoen is, kan je dan niet gewoon je ontwikkelingsbudget 3 miljoen verlagen en zo alsnog onder het budgetplafond blijven? Dat kan, maar dan kan je wel minder ontwikkelen tijdens de ontwikkelingsrace. Dan is het makkelijker om, als je toch het geld hebt, naar de FIA te stappen en te lobbyen, zodat je je ontwikkelingsbudget niet hoeft te verlagen."
Grote teams profiteren
Szafnauer vreest dan ook dat de grotere teams, die in principe zonder problemen veel meer geld uit kunnen geven. "Stel dat de inflatie 10% is. Je budgetplafond is 135 miljoen. Als je 10% toevoegt, dan kom je ongeveer op 145 miljoen uit. Het volgende jaar komt daar dan weer meer bovenop, waardoor het maar door en door blijft gaan. Als dat zo is, dan ben je voor je het weet weer terug op het punt waar we voor de budgetcap waren." "Bovendien zijn er ook nog een heleboel dingen die niet worden meegeteld en buiten het budgetplafond vallen. Die uitgaven zullen door de inflatie ook toenemen", vervolgt de Alpine-teambaas, die benadrukt dat kleinere teams die inflatie lastiger op kunnen vangen dan de grote teams. "Als je het geld hebt, geef je het toch wel uit." Tot slot wijst Szafnauer naar bepaalde kosten die, ondanks de inflatie, misschien niet mee zullen stijgen, maar waar grote teams wel van zouden kunnen profiteren. "Als we het hebben over de dingen die wel onder het budgetplafond vallen, zoals bijvoorbeeld de salarissen (behalve de coureurs en de top drie verdieners, red.)... Denk je dat die teams de salarissen vanwege de inflatie ook met 10% gaan verhogen? Dat gaat niet gebeuren, dus in dat geval zijn we simpelweg het gat (tussen de kleine en grote teams, red.) aan het vergroten. Daar moeten we voor oppassen", zo eindigt hij zijn relaas.
Meest gelezen