Met Mercedes, Ferrari en Renault zijn er na 2021 slechts drie motorleveranciers in de Formule 1 actief. Vanaf 2022 gelden er nieuwe regels in de F1, maar op het gebied van het motorreglement gaat er zeer weinig veranderen. Een uitgelezen kans voor een fabrikant om in te stappen? Red Bull weet dat de kans op een Mercedes- of Ferrari-motor nihil is. In de voorbije jaren werd de deur keer op keer hard dichtgegooid toen het team zocht naar een alternatief voor Renault. Dit werd uiteindelijk gevonden in Honda, maar het vertrek van de Japanners laat een leegte achter. Met reglementen die technisch nagenoeg ongewijzigd blijven liggen er op papier kansen voor nieuwe partijen. De animo hiervoor is echter nihil. Als eerste reden kan daarvoor de huidige coronacrisis aangevoerd worden. Een makkelijk excuus voor partijen om geen geld te moeten investeren, zeker gezien de malaise in de autowereld – waar fabrikanten honderden miljoenen verlies leden in het afgelopen half jaar. Ook zonder deze crisis stonden de partijen niet in de rij om een (r)entree in de Formule 1 te maken. De werkelijke problemen liggen op andere vlakken: kosten, complexe technologie én het niet groene imago van de Formule 1. Welke autofabrikant durft er nog in de ‘vervuilende’ Formule 1 te stappen? Overal ter wereld wordt duurzaamheid het toverwoord, waarbij gekeken wordt naar (semi-) elektrische auto’s. In Nederlander is het de natte droom van de minister om in 2030 louter elektrische auto’s te verkopen. Utopie of niet, het schets wel het beeld van de koers die autofabrikanten (moeten) varen in het komende decennium. De Formule 1 is een prachtig podium gebleken voor autofabrikanten, een uithangbord voor het merk en bij succes stuwde het de autoverkopen en aanzien van het merk. Falen had echter ook invloed op de beurskoers en imago van de merken. Veel fabrikanten, ook die van exclusievere sportwagenmerken, willen zich niet wagen aan een F1-avontuur. Sportwagenfabrikanten gaan minder gebukt onder de 'groene druk' die wordt opgelegd, maar voor merken als Porsche of Lamborghini en Aston Martin is de F1 niet betaalbaar óf technisch te complex.
Het ontwikkelen van een F1-motor kost minimaal € 150 miljoen en de exploitatiekosten per jaar bedragen zo’n € 50 miljoen. Honda liet zien hoe lastig het is om een succesvolle F1-motor te bouwen. Ondanks dat de richtlijnen in 2012 vastgelegd werden, begon het pas in 2014 met de ontwikkeling van haar krachtbron om in 2015 een rentree te 'vieren' in de F1. Het werd een grote deceptie met McLaren, waar het Japanse blok bijzonder vaak de geest gaf, tal van problemen kende en te weinig vermogen had. Mercedes, dat sinds de invoering van de huidige generatie motoren in 2014 domineert, begon al na 2009 – toen de eerste richtlijnen werden opgesteld, met de ontwikkeling van haar motor. Een fabrikant die anno 2022 wil instappen kijkt aan tegen een achterstand van acht volledige raceseizoenen met deze motoren. Plus een tekort aan kwalitatief personeel, knowhow en technische faciliteiten. Voor Red Bull lijkt dit te betekenen dat er twee opties zijn: een terugkeer naar Renault of via een bepaalde constructie proberen om de Honda-motoren ook na 2021 te kunnen gebruiken. In het eerste geval moet er 'relatietherapie' plaatsvinden na de vechtscheiding tussen beide partijen. In het tweede geval moet er gekeken worden naar een creatieve oplossing waarbij faciliteiten, personeel, techniek en knowhow behouden blijven. Grote vraag daarbij is wie de kosten van zo’n € 50 miljoen per jaar op zich neemt.
Meest gelezen