Sluit je aan bij De grootste racefamilie van Nederland

Ontdek welk pakket bij jou past

  • Altijd meepraten over de Formule 1
  • Kans maken op toffe prijzen
  • Advertentievrije site * (Plus & Premium)
  • Toegang tot de exclusieve RN365 app (Plus & Premium)
  • En nog veel meer…
* m.u.v. content van derden
Ontdek de mogelijkheden

Waarom Vettel's plan de V12 terug te laten keren niet reëel is

Nadat Sebastian Vettel door een strategische zet van Ferrari de leiding verloor en luttele ronden later zijn MGU-K kapot zag gaan en uitviel, zat hij er goed doorheen. "Bring back f*cking V12's", klonk het over de boordradio. Maar is het wel zo'n goed idee om de oorverdovend luide twaalfcilinder terug te brengen? Racingnews365 zocht het uit.

Sinds de Formule 1 besloten heeft mee te willen gaan in de tijdgeest en V8-motoren in te ruilen voor minder spectaculaire hybride zescilinders, klinken er iedere race wel geluiden dat de sport de atmosferische, veel simpelere krachtbronnen terug moet brengen. Van hardcore fans tot oud-Formule 1-rijders: overal zijn er wel mensen te vinden die verlangen naar het onbeschrijflijke geluid van 'een goede' F1-motor. Volgens velen is dit een aspect dat de sport vandaag de dag absoluut mist. Tijdens de Grand Prix van Rusland was het nota bene Sebastian Vettel die de discussie over het huidige motorenreglement wederom deed oplaaien. Hoewel hij, eenmaal afgekoeld, na de race te kennen gaf dat het een totaal onrealistisch idee is voor de toekomst van de Formule 1, blijft hij bij zijn mening. De V12, of in ieder geval een motor met meer karakter, moet terugkeren. Zoals wel vaker het geval is, kijkt men met een roze bril naar het verleden. De V12 die Ferrari van 1989 tot en met 1995 in zijn auto's plaatste produceerde dan wel een behoorlijk aantal pk's en een overweldigende hoeveelheid geluid, betrouwbaar was hij allerminst. In een poging wat licht te schijnen op het verleden is RacingNews365 aan het turven geslagen. Hieruit is gebleken dat Ferrari in deze vrij korte periode van zeven seizoenen liefst 108 keer de finish niet heeft gehaald. En dan rekenen we de keren dat klantenmotoren het hebben begeven, coureurs niet startten, of zelfs werden gediskwalificeerd niet eens mee. Dit alles terwijl er maar 113 wedstrijden werden gehouden en er dus 226 mogelijkheden tot finishen waren. In bijna de helft van de races zag een Ferrari de zwart-wit geblokte vlag niet.

Uiteraard is de V12 niet iedere keer de oorzaak van het vroegtijdig eindigen van de wedstrijd geweest. In ongeveer een kwart van de races hebben de Ferrari-coureurs de eindmeet simpelweg niet gehaald door eigen toedoen. Een spin hier, een botsing daar, enz. Wanneer Ferrari in 1989 met zijn 3,5-liter V12 op de proppen komt, begint het aanvankelijk bijzonder goed. McLaren mag dan net zijn hyper dominante seizoen met de MP4/4 – waarin het vijftien van de zestien wedstrijden wint – achter de rug hebben, Ferrari begint het jaar daarop met een overwinning. In Brazilië is het Nigel Mansell die de Italianen de zege bezorgt. Een voorbode van wat er gaat komen, is het echter zeker niet. In zestien Grand Prix' halen de auto's van de Scuderia liefst negentien maal de finish niet. Het overgrote deel (veertien DNF's) van de uitvalbeurten is te danken aan mechanische problemen. Hoewel de V12 dat jaar slechts eenmaal direct de oorzaak is van een niet-finish, is de motor zeker onbetrouwbaar. Maar, omdat andere onderdelen het eerder begeven op zondag, valt dit niet zo op. Vooral de versnellingsbak is dat jaar een draak van een machine. Drie jaar later, in 1992, ligt de V12 nog altijd achterin de auto's van Ferrari. Het is in die periode het meest dramatische jaar in de Formule 1 voor de sportwagenfabrikant. Liefst twintig keer haalt het de eindstreep niet. In zeven gevallen is de twaalfcilinder de oorzaak. Voor wie het nog niet duidelijk genoeg is: de auto's van het team zijn in deze periode woest onbetrouwbaar. Ze vallen gemiddeld vijftien keer per jaar uit de race.

In 1996 besluit Ferrari om afscheid te nemen van de twaalfcilinder, om daar voor in de plaats een V10 in de auto te leggen. Ferrari is daarmee het laatste team dat de overstap naar de tiencilinder maakt. De V10 heeft als voordeel dat hij vooral lichter en betrouwbaarder is dan de loodzware V12, tevens drinkt hij minder brandstof. Hoewel Ferrari in 1996 even de tijd nodig heeft om op gang te komen, scoort het met Michael Schumacher alsnog drie overwinningen. De eerste komt op fenomenale wijze in de stromende regen op het Circuit de Barcelona-Catalunya, de andere twee volgen in respectievelijk België en Italië. Het aantal uitvalbeurten in het hybride-tijdperk valt totaal in het niet als we deze vergelijken met Ferrari's V12-periode. In zes seizoenen (116 Grand Prix') heeft het team slechts dertig keer de finish niet gehaald, terwijl de auto's van het team in totaal 232 keer aan de start verschenen. Daar komt nog bij dat in slechts elf gevallen de problemen daadwerkelijk werden veroorzaakt door de auto. Als we héél precies willen zijn, dan zien we dat de motor zelf maar vijf keer de aanstichter was. Het verlangen van Vettel om de V12-motoren terug te brengen, of in ieder geval de oude tijden te laten herleven, dat lijkt dus geen goed plan te zijn. Daarbij past het ook niet in het duurzame plaatje dat de organisatie probeert te schetsen. Toentertijd belandden de motoren met bootladingen tegelijk bij het grof vuil, tegenwoordig mogen de teams per jaar, per auto eigenlijk maar drie zescilinders gebruiken. Een wereld van verschil. Luister hieronder naar de nieuwste F1-podcast van RacingNews365, waarin Tim Coronel, Joe van Burik en Jeroen van Inkel terugblikken op de bewogen Grand Prix van Rusland.

Viaplay
x
Max Palmer: "Verstappen kon kampioenschap beslissen, maar zette zichzelf buitenspel"