Geen enkel ander Formule 1-circuit is zo hoog gelegen als het Autodromo Hermanos Rodriquez in Mexico-Stad. Het Mexicaanse plateau, dat ongeveer een derde van het grondgebied van het land inneemt en tegelijkertijd drie kwart van de lokale bevolking herbergt, zorgt ervoor dat de race in Mexico allerlei uitdagingen met zich meebrengt. Bijna alle Formule 1-circuits op de kalender liggen ongeveer op zeeniveau, waardoor een F1-bolide zich op die circuits vergelijkbaar gedraagt. In Mexico is dat een heel ander verhaal, want met een hoogte van bijna 2300 meter, worden vele verschillende aspecten van een racewagen beïnvloed. De luchtdruk is namelijk zo'n 20% lager dan minder dan op zeeniveau, terwijl de luchtdichtheid ongeveer 25% minder is dan op bijvoorbeeld Circuit Zandvoort. Hoe hoger je bent, hoe dunner de lucht is. Om die reden proberen wielrenners vaak in Mexico het uurrecord te verbreken, want de dunnere lucht zorgt ervoor dat je makkelijker op snelheid komt. Er is immers minder weerstand van de lucht.
Grote vleugels, maar toch hoge snelheden
Er zijn drie belangrijke aspecten van een Formule 1-bolide die worden beïnvloed door de hoogte en de gevolgen daarvan. De aerodynamica, de krachtbron en de koeling van een F1-wagen. We bespreken eerst het effect op de aerodynamica. Herinner je je het voorbeeld nog wat we net gaven over het werelduurrecord? Niet alleen wielrenners hebben minder moeite om op snelheid te komen. Ook F1-bolides ervaren minder luchtweerstand omdat de lucht dunner is. Daarom weten de coureurs in Mexico hoge snelheden te behalen op de rechte stukken, zonder dat daar zeer platte achtervleugels voor nodig zijn zoals in bijvoorbeeld Monza. Tegelijkertijd heeft het ook een keerzijde. Dat de lucht dunner is, zorgt er ook voor dat er minder lucht op de wagen drukt. Deze wordt dus minder hard op de grond gedrukt. Oftewel: er is minder downforce. Daardoor wordt er op het Autodromo Hermanos Rodriguez door de teams vaak gebruik gemaakt van set-ups met veel downforce en dus grote vleugels.
Koel, koeler, koelst
Dat de lucht dunner is, zorgt er ook voor dat de koeling van een Formule 1-bolide wordt beïnvloed. Dunnere lucht staat gelijk aan minder lucht om de verschillende (motor)onderdelen die het nodig hebben te koelen. Daarom kiezen de Formule 1-teams in Mexico vaak voor grotere luchtinlaten, maar dat gaat vaak ten koste van de aerodynamische prestaties. Het is dan ook een hele kunst om daar de juiste balans in te vinden. Want als je je onderdelen niet fatsoenlijk kan koelen, dan zorgt dat ervoor dat de prestaties van die onderdelen minder zijn. De motor, radiator en remmen moeten allemaal goed gekoeld worden. Als het misgaat met die onderdelen, dan is het einde verhaal. Voor Mercedes en Red Bull is het dan ook duidelijk dat er niet te veel risico kan worden genomen. Een DNF kan zomaar voor de beslissing zorgen in (een van) de twee kampioenschappen.
Gas er op!
Op motorisch gebied wordt vooral de turbo van een Formule 1-krachtbron beïnvloed door het feit dat er minder zuurstof in de lucht aanwezig is. De turbo zorgt er namelijk voor dat er lucht rond wordt gepompt in de motor. Meer lucht betekent meer brandstof en dus meer vermogen. Op hoogte moet een turbo veel harder werken, omdat de luchtdichtheid lager is en er dus meer lucht nodig is voor dezelfde hoeveelheid zuurstof als op zeeniveau. Een turbo van een Formule 1-motor draait in Mexico daarom veel harder en sneller, om zo het verlies in vermogen hopelijk goed te maken. Al lukt het vaak niet om dat verlies zo helemaal goed te maken. Ondanks dat kunnen Formule 1-bolides toch nog hoge snelheden halen in Mexico, omdat er, zoals eerdee gezegd, ook minder luchtweerstand is op 2200 meter hoogte. Op die manier worden er toch nog snelheden van zo'n 350 kilometer per uur aangetikt in Mexico-Stad. Tot slot kan de MGU-H, die uitlaatgassen omzet in extra energie, ook minder energie genereren. Dat komt omdat er simpelweg minder uitlaatgassen zijn om te gebruiken. En dat komt, je raadt het misschien al, weer doordat er minder zuurstof in de lucht zit.
Meest gelezen