Waar Senna ook in 2019 nog over de hele wereld wordt herdacht, daar staat Ratzenberger minder in de schijnwerpers. Mede daarom neemt RacingNews365 je mee terug naar het gitzwarte raceweekend van een kwart eeuw geleden, waarin we uitgebreid terugblikken met David Brabham, de eerste en enige teammaat van Ratzenberger in de F1. Ratzenberger en Brabham rijden in het Formule 1-seizoen 1994 voor het team van Simtek. Dat Britse bedrijfje specialiseert zich in het ontwerpen van racewagens voor klanten, maar wil zich voor ’94 wagen aan een sprong als eigenbouwer in de koningsklasse. Gezien de connecties met FIA-baas Max Mosley (de mede-oprichter van Simtek) worden plooien gauw gladgestreken. Teambaas Nick Wirth ziet een jongensdroom in vervulling gaan op het moment dat hij – zij het ternauwernood – twee wagens naar Brazilië vliegt, waar de eerste F1-race van het jaar 1994 op het programma staat.
De Simtek S941 waarmee Ratzenberger en Brabham aantreden is een hopeloos geval: Wirth had zich gefocust op het bouwen van een slimme, actieve wielophanging, maar laat dat door de nieuwe F1-reglementen net zijn afgekeurd voor 1994. Het concept van zijn eerste eigen F1-wagen stamt bovendien nog uit 1990, toen Wirth opdracht van BMW kreeg om een F1-bolide voor het Duitse merk te tekenen – een project dat overigens nooit van de grond kwam. De logge 3,5 liter V8 HDB 6 van Ford stuwt de Simtek voort, de versnellingsbak is een handgeschakelde ‘semi-shift’ eigenbouw. “Tot aan het moment dat we elkaar tegenkwamen als teammaten bij Simtek, kende ik Roland eigenlijk alleen oppervlakkig”, begint Brabham de terugblik op zijn betreurde teammaat. “Je zag elkaar weleens in de paddock, maar Roland reed voornamelijk in Japan. Men zag hem als een groot talent. Hij was ondanks zijn relatief hoge leeftijd een debutant in de Formule 1, maar had al veel ervaring in andere klassen. Samen moesten we proberen om Simtek in hun debuutseizoen vooruit te helpen.” Brabham heeft op dat moment zelf één jaartje ervaring in de Formule 1. De Australiër rijdt in 1990 namelijk voor het team dat de naam van zijn vader Jack Brabham draagt, maar wat op dat moment al niets meer met de oprichter en drievoudig wereldkampioen te maken heeft. Brabham heeft het in zijn eerste jaar ontzettend lastig: Brabham is al lang niet meer het team dat ooit wereldtitels won en komt met enige regelmaat niet door de kwalificatie. De Australiër verkast naar de sportscarwereld, waarin hij met zeges op Spa-Francorchamps en Bathurst zeer succesvol is. In 1994 komt hij, mede doordat vader Jack aandeelhouder in Simtek wordt, terug op de grid.
Roland bleef maar klagen over de remmen
David Brabham
“Roland was een makkelijke kerel in de omgang. We gingen toen we eenmaal teammaten waren samen hardlopen", herinnert Brabham zich. Waar hij de Simtek in Brazilië door de kwalificatie heen weet te loodsen, daar komt Ratzenberger flink tekort. De Oostenrijker is ruim anderhalve seconde langzamer dan Brabham, waardoor hij niet mag starten in São Paulo. “Hij had even de tijd nodig om aan de wagen te wennen – let wel, Simtek kon ámper testen. We hadden nét genoeg geld om naar de races te vliegen.” Voor het tweede treffen van 1994 weet Brabham zich wederom te kwalificeren, sterker nog: hij krijgt zijn Simtek in de buurt van de Lotussen van Johnny Herbert en Pedro Lamy. Ratzenberger stuurt de tweede Simtek op het Japanse circuit van Aida, dat in ’94 gastheer is van de Grand Prix van de Pacific naar de 26ste en laatste plek op de startgrid. Een persoonlijk succesje, dat een dag na de kwalificatie wordt vervolgd met een twaalfde plaats aan de eindstreep. Ratzenberger reist met een goed gevoel af naar Imola, waar hij met nieuwe, eindelijk goede set remmen onderweg mag. Ratzenberger heeft in eerste instantie namelijk weinig fiducie in de remmen van de Simtek. “Hij bleef daar maar over klagen. Ik kan me niet goed meer herinneren of hij dat ook deed in Imola – immers, het is al een kwart eeuw geleden! – maar ik weet nog wel dat ik een testrondje op dat circuit in zijn wagen moest rijden. En inderdaad, het ding reageerde compleet anders… het was echt een drama. Daar had Roland in de eerste twee Grand Prix-weekends dus mee te kampen gehad, waardoor zijn leerproces vertraging opliep. Met nieuwe remmen kwam hij gelijk een stuk beter uit de verf, hij zat in de buurt bij mijn tijden en we begonnen elkaar een beetje uit te dagen.”
Wanneer Ratzenberger eindelijk zijn ware zelf als F1-coureur kan laten zien, slaat het noodlot toe. Tijdens een van zijn kwalificatierondjes komt Ratzenberger even naast de baan terecht. Dat uitje blijkt later fatale gevolgen te hebben. “De kwalificatie op zaterdag was onderweg, we deden ons eigen ding en toen waren er ineens gele vlaggen toen ik het rechte stuk opreed”, denkt Brabham terug aan de zwarte zaterdag in Imola. “Ik reed door de Tamburello-bocht, de eerste snelle linker van het circuit, toen ik een stuk bodywork op de baan zag liggen. Het was paarsgekleurd. Ik wist meteen dat het Roland moest zijn, want wij waren het enige team dat met een paarse kleurstelling rondreden.” Kort na de Tamburello-bocht is de voorvleugel van Ratzenberger met een snelheid van ruim 300 kilometer per uur afgebroken, waardoor de Simtek stuurloos op een betonnen muur afraast. Ratzenberger is een passagier die zijn dood op hoge snelheid tegemoet racet – de Simtek spat uiteen op de muur, Ratzenberger wordt bijna onthoofd. De Oostenrijker breekt zijn nekwervels, loopt een schedelbasisfractuur op en blaast zijn - naar later blijkt - laatste adem uit. Des te dichter Brabham in de buurt van het ongeluk komt, des te duidelijker wordt het hem hoe zo’n inferno zich in de Villeneuve-bocht – een snelle rechter die volgt op de Tamburello – heeft afgespeeld. “Na de Villeneuve-bocht kwam de hairpin van Tosa, waar zijn wagen tot stilstand was gekomen. Ik kon het in eerste instantie niet goed zien, er was namelijk net een ziekenwagen naar de plek van het ongeluk gereden en die stopte voor de auto. Toen ik om de ziekenwagen heen reed, waaruit de ambulanciers juist naar Roland toesnelden, kon ik in de cockpit kijken.” Wat Brabham daar aantreft, vindt hij een kwart eeuw later nog steeds moeilijk te beschrijven. “Wat ik daar zag was, dat was, weinig comfortabel”, slikt de Australiër 25 jaar na dato. “Rolands vizier stond een klein beetje open, zijn hoofd lag in een ongebruikelijke hoek tegen de cockpitrand. Ik dacht bloed te zien op zijn vizier, maar het kan ook modder zijn geweest. Toen ik binnen kwam vroeg mijn vrouw me wat ik ervan dacht. He may be gone , hij is er misschien niet meer, zei ik.”
Toen mijn vrouw me vroeg wat ik had gezien, zei ik, hij is er misschien niet meer
David Brabham
Brabham komt na de schokkende ontdekking in een roes terecht. “Ja, hoe je brein dan opereert – dat is raar. Ik schakelde meteen om. ‘Breng die wagen terug naar de pits en houd de banden warm’, was wat ik dacht. Raar he? Pas toen ik uit was gestapt besefte mijn brein enigszins wat er was gebeurd. Het ongeluk werd tientallen keren herhaald en men zond de reddingspogingen live uit, iedereen kon zien hoe Roland werd gereanimeerd. Het was verschrikkelijk.” “Ik was numb , verdoofd. Vrij snel ging het rond dat Roland was overleden. Het was de eerste keer in mijn carrière dat ik in een wedstrijd waaraan ik deelnam, met de dood kreeg te maken. Mijn vader, die racete in de jaren ’50 en ’60, had het vaak meegemaakt, maar voor mij was het nieuw, schokkend. Toch hadden we wel ergens door dat dit het gevaar van racen is. Helaas moest Roland het met zijn leven bekopen.” Het jonge Simtek, dat aan haar derde Grand Prix-weekend bezig is, heeft geen idee wat te doen. Doorgaan met het weekend, of afhaken? Brabham mag de knoop doorhakken. “Ik was echter zo verdoofd op die zaterdag dat ik vroeg of ik er een nachtje over mocht slapen. Op zondagochtend voelde ik me nog steeds vreselijk, maar besloot toch maar aan de warm-up mee te doen.” In 1994 wordt er nog een opwarmsessie gedaan op zondagochtend. Een kwartiertje lang mogen de rijders hun wagens nog eenmaal aanvoelen, voordat ze ’s middags gaan racen. Brabham heeft de loodzware taak om te bepalen of het team van Simtek aan de race deel zal nemen. "Toen ik de koppies in de garage zag bij het terugkeren, wist ik dat de pikzwarte wolk een klein beetje verdreven kon worden door te gaan racen. Het deed de jongens ergens goed dat we toch doorpakten. Roland zou trouwens sowieso hebben gezegd ‘ga door joh!’ Natuurlijk had ik niet direct het volste vertrouwen in de wagen, maar nadat mijn engineers de voorvleugel hadden versterkt (het onderdeel dat loskwam van Ratzenbergers wagen, waardoor hij crashte, red.) en er zelfs op sprongen om maar aan te geven dat het ding sterk genoeg was, toen durfde ik het aan.” Brabham spint halverwege de race van de baan, waarop de Sanmarinese GP erop zit. Op dat moment is Ayrton Senna al afgevoerd naar het ziekenhuis van Bologna. De drievoudig wereldkampioen is nog geen 24 uur na de dodelijke crash van Ratzenberger zelf met een rotvaart de muur in geknald. Ook Senna zou zijn ongeval niet overleven. “Van Ayrtons dood hoorde, of beter gezegd, las ik pas toen ik weer thuis in Groot-Brittannië was. Toentertijd had je nog teletekst – ja heus, op die manier kwam ik erachter dat ik nóg een collega was verloren. Het was een bizar weekend. What the hell is going on , wat gebeurt er allemaal in vredesnaam, dacht ik.”
Brabham racet nog door tot en met het einde van het F1-seizoen 1994, wanneer het Simtek-avontuur voor hem ophoudt. Bang om in een racewagen te stappen is hij ondanks de gebeurtenissen van Imola 1994 nooit geweest. "Het gaat door, als coureur wil je ondanks de gevaren ook door. Je weet dat het kan gebeuren. Het is alleen verschrikkelijk om het van dichtbij mee te maken." Jaren later zou Brabham de grootste zege uit zijn carrière zou boeken. Waar teammaat Ratzenberger altijd de 24 uur van Le Mans had willen winnen, lukt het zijn laatste teammaat om ‘m in 2009 op zijn naam te schrijven. Anno 2019 is Brabham druk bezig met Brabham Automotive, de herrijzing van het legendarische merk dat ooit door zijn vader werd opgericht. Terugdenken aan het fatale weekend in 1994 doet hij nog vaak. “Het was het meest vreselijke weekend uit mijn leven en het is verschrikkelijk dat we iemand als Roland daar hebben verloren." Met medewerking van René Oudman.
Meest gelezen