Oldskool Newey houdt vast aan zijn schetsboek: "Het is mijn moedertaal"

Met zijn 62 jaar heeft Adrian Newey al de nodige ervaring in de Formule 1. De Chief Technical Officer van Red Bull, zoals zijn titel officieel luidt, heeft door de jaren heen diverse kampioensauto's ontworpen. Dat alles deed hij in zijn oude, vertrouwde schetsboek dat hij ook tijdens Grand Prix-weekenden altijd bij zich draagt. Newey schaamt zich er echter niet voor. "Het verklapt mijn leeftijd en toont aan dat ik niet flexibel genoeg ben om er van af te stappen", zegt hij lachend in de Talking Bull -podcast van Red Bull. Toch geeft hij er niet om. "Of je nu een schetsboek of een CAD-systeem (een computerprogramma waarmee je onderdelen kan ontwerpen, red.) gebruikt, het gaat erom dat je de ideeën in je hoofd kan noteren en beter naar anderen kan communiceren." Om de ontwerpen van Newey uiteindelijk definitief in de praktijk te brengen, moeten zijn ideeën sowieso door de computer gehaald worden. De Red Bull-ontwerper houdt het in het begin echter analoog en noemt het tekenen in zijn schetsboek bovendien 'zijn moedertaal'. "Voor mij is het als een taal, de taal waarmee ik ben opgegroeid. Mijn moedertaal, zo u wilt. Als ik nu zou leren om een CAD-systeem te gebruiken, dan blijft dat altijd mijn tweede taal. Maar voor mensen van een jongere generatie zou het weer andersom zijn." Naast zijn schetsboek loopt Newey ook geregeld met zijn kladblok door de pitstraat. Als hij opvallende dingen aan de auto's van andere teams ziet, schrijft hij deze daarin meteen op. De Brit vindt dit praktischer dan foto's van de wagens te bekijken. "Ik vind het prettig om in het echt naar andere auto's te kijken omdat je er dan omheen kan lopen en ze in 3D kan bekijken. Het is ook een beetje luiheid dat ik niet de tijd heb om naar foto's van rivalen te kijken, het is makkelijker om gewoon even rond te lopen en te kijken welke onderdelen mijn interesse wekken." Volgens Newey is het gebruikelijk dat teams bij elkaar komen spieken, ook bij Red Bull staan geregeld mensen op de stoep om naar de RB16B te komen kijken. "Je probeert het vanuit verschillende hoeken te bekijken om te zien wat anderen doen en te kijken of dat bij jezelf voor een nieuw idee zorgt", meent hij. "Het hoeft dan niet meteen een kopie te zijn, maar meer om te weten waarom iemand iets wel of niet doet."