Sluit je aan bij De grootste racefamilie van Nederland

Ontdek welk pakket bij jou past

  • Altijd meepraten over de Formule 1
  • Kans maken op toffe prijzen
  • Advertentievrije site * (Plus & Premium)
  • Toegang tot de exclusieve RN365 app (Plus & Premium)
  • En nog veel meer…
* m.u.v. content van derden
Ontdek de mogelijkheden

Rinus van Kalmthout: bijzondere week op een bijzonder circuit

Als een raket schiet Rinus van Kalmthout door de Amerikaanse juniorraceklassen heen. De achttienjarige Nederlander is voor zijn derde seizoen aan de overkant van de plas aangekomen in de Indy Lights, het laatste treetje op de ladder voor de befaamde IndyCar Series. Speciaal voor RacingNews365 beschrijft VeeKay, zoals hij in de Verenigde Staten bekend staat, zijn ervaringen rond een raceweekend. Onze racende reporter doet ditmaal verslag van een zeer bijzondere race.

Hallo allemaal! Nu de stofwolken van de meimaand zijn opgetrokken, is het hoog tijd voor mij om weer in de pen te klimmen voor een column op RacingNews365 . Voor de allereerste keer in mijn loopbaan als autocoureur heb ik een race gereden op de befaamde oval van Indianapolis en wat was dat een grandioze ervaring! Gedurende een week heb ik met gemiddeldes van boven de 300 kilometer per uur rondgereden, om uiteindelijk een derde plaats te scoren in de Freedom 100 Indy Lights-race die in het voorprogramma van de legendarische Indianapolis 500 werd gehouden. Ein-de-lijk mocht ik eens een keer van start op het circuit waarop ik in de toekomst grote successen hoop te boeken. Het voelde meteen als thuiskomen. Mijn tweede rondje ooit op de Indianapolis Motor Speedway was, geloof het of niet, direct al volgas. Het is compleet anders dan dat ik gewend was. De baan is ontzettend groot, lang en vloeiend. Je hoeft eigenlijk amper te sturen en zit helemaal vastgesnoerd met je hoofd, omdat het met zulke snelheden natuurlijk lastig is om je nek recht te houden in de bochten. Ik heb een top van ruim 210 mijl per uur aangetikt, in de slipstream van een andere coureur. Dat staat gelijk aan een snelheid van 338 kilometer per uur. Daardoor ben ik tegenwoordig de recordhouder in de familie: mijn vader Marijn kwam namelijk ooit eens tot 333 kilometer per uur in z’n Benetton F1. Heel eerlijk gezegd voelt het niet eens zo heel snel, omdat de baan zo vloeiend is. Je wilt eigenlijk alleen nog maar harder rijden.

In de kwalificatie kwam mijn wagen plotseling wat vermogen tekort. We weten nog steeds niet precies wat er gebeurde, maar ik kon gewoonweg niet zo makkelijk langs mijn tegenstanders rijden als dat andersom het geval was. Daarom kwalificeerde ik me op een teleurstellende negende plek – mijn auto kon niet sneller. Door een ietwat aparte maas in de wet mocht ik als zevende starten, omdat er een aantal rijders werden gediskwalificeerd. Het vreemde was: ik werd óók gediskwalificeerd, maar wón startplaatsen omdat er heel veel rijders waren die hun tijd verloren. Op basis van het klassement, wat ik op dat moment aanvoerde, mocht ik vooraan het rijtje gediskwalificeerden starten. Een bijzondere gewaarwording. Mijn wedstrijd werd twee dagen voor de Indy 500 gehouden, op Carb Day – de laatste trainingsdag van de IndyCars. Direct in de eerste ronde vond er een behoorlijk ongeval plaats. Een van mijn tegenstanders verloor de macht over het stuur, enkele milliseconden nadat ik hem had ingehaald. Op het moment zelf stuurde ik een tikje naar rechts om mogelijke brokken te vermijden, maar had ik niet door hoe close het was. Pas in de herhalingen, na de race, zag ik dat mijn wedstrijd bijna voorbij was geweest, toen-ie net was begonnen . De race zelf ging heel goed. Na het ongeval reed ik op de vijfde plaats en enkele ronden later nam ik de leiding over. Tijdens de race begon ik mijn laatste aanval te plannen – ik wist dat ik vroeg moest aanvallen in de laatste ronde, omdat de finishvlag op driekwart van het rechte stuk wordt gezwaaid. Voor een slipstream op het laatste rechte end ben je dus waarschijnlijk te laat. Ik had een prachtig duel met de ervaren Ryan Norman, die geen rol van betekenis speelde in het kampioenschap tot dusver maar zijn zinnen op deze race had gezet.

Tegen het einde van de wedstrijd kwam mijn rivaal Oliver Askew, de coureur waarmee ik in de afgelopen jaren al veel duels heb uitgevochten (zoals jullie konden lezen in een vorige column) pardoes bij Norman en mij aanhaken. Askew en Norman zijn teamgenoten bij Andretti en om mij een hak te zetten, besloten ze samen te werken – wat uiteraard een logisch gevolg is, dat hadden ze bij ieder ander ook gedaan. Ze waren immers in de meerderheid. Bij het ingaan van de laatste ronde gingen ze zij-aan-zij de eerste bocht in, waardoor ik het gas eventjes los moest laten om niet in de vieze lucht te komen. Dat was, tegelijkertijd, het einde van mijn winstkansen. Askew ging er met de zege vandoor, Norman werd tweede en ik moest mijn auto heel breed maken om de derde plek te consolideren. Ik had graag gewonnen. Het is jammer dat het niet gelukt is, maar ik denk dat ik gezien de omstandigheden in de kwalificatie toch tevreden mag zijn. Een derde plek is zeker niet verkeerd. Wat mij ook wel sterkte, was dat de spotter van Askew tegen mij zei ‘we hadden een aanvalsplan, tot die verdomde Rinus VeeKay weer kwam opdagen, toen viel het lange tijd in duigen!’ Natuurlijk baal ik stiekem dat mijn rivaal Askew heeft gewonnen, al was het alleen al omdat hij mijn grote tegenstrever is voor de Indy Lights-titel. Hij heeft dankzij deze overwinning mij de klassementsleiding afhandig gemaakt. Ik noemde het woord al even – de spotter. Als we op de Indianapolis Motor Speedway oval rijden, staat er een mannetje in het midden van de baan met een verrekijker, omdat de snelheden zó hoog zijn dat wij lang niet alles meekrijgen wat er om ons heen gebeurt. Die spotter vertelt de rijder die hij helpt – iedere coureur heeft er een, op Indianapolis zelfs twee – waar hij op moet letten. Als er een snellere coureur achter mij opdoemt, dan hoor ik aan welke zijde hij rijdt en welke lijn ik het beste kan volgen. Met Jonatan Jorge, die eigenlijk Red Bull-juniorrijder Pato O’Ward zou helpen in de Indy 500 (maar hij kwalificeerde zich niet) en Charles Crews, de spotter van de Indy 500-winnaar van 2018 Will Power, zat ik wel goed!

De Indy 500 zelf was wederom een geweldig evenement om te bezoeken, het was mijn vierde keer. Inmiddels beginnen mensen mij te herkennen. Het was in het begin even wennen, maar ik vind de aandacht eigenlijk wel leuk. Ik probeer met elke fan een gesprekje aan te knopen, ondanks dat me dat soms iets teveel tijd kost. Tijd was sowieso een schaarste in de Indy 500-week. We hebben veel interviews gegeven, zijn nog naar een basisschool geweest om de kleintjes te inspireren en ik moest daarnaast natuurlijk ook nog gewoon elke dag de sportschool in met mijn trainer, Raun. Een momentje voor jezelf hebben is dan heel erg fijn. Even lekker Netflix aan, al kan ik het sporten dan nog steeds lastig loslaten. Nu kijk ik The Crossfit Games , wat mij weer inspireert om nieuwe dingen te doen in de sportschool. In de pits van mijn team, Juncos Racing, heb ik de eerste zeventig ronden van de ‘500’ gezien. Toen hield het op, aangezien rijder Kyle Kaiser crashte en het team maar één IndyCar-wagen in de strijd had. Mijn ouders zaten op een tribune en er was nog plek voor mij, dus ik heb tussen de fans het restant van de race gezien. Simon Pagenaud won de wedstrijd en daarom ben ik stiekem eigenlijk heel blij. Simon, een 35-jarige Fransman, is een super aardige gast. Hij is erg geïnteresseerd in mij en knoopt altijd een gesprekje aan – ook al is het tussen de trainingen door of was hij vanuit de pits op weg naar het toilet, hij maakt altijd even tijd voor me. Dat zit zo: ik heb vier jaar geleden een belangrijke kartrace in de Verenigde Staten gereden, waar Simon me heeft ‘gescout’ voor de Road To Indy – zoals de opleidingsklassen onder de IndyCar Series worden genoemd. Hij heeft dus een belangrijke rol gespeeld in mijn keuze voor de States. Dit jaar won Simon en het is hem van harte gegund, maar uiteindelijk wil ik mijn gezicht op die Borg Warner-trofee zien. Wie weet, misschien doe ik volgend jaar al wel mee. Nu eerst ga ik samen met Will Power en Josef Newgarden in Detroit belangrijke relaties van de IndyCar organisatie rondrijden tijdens het IndyCar race weekend op het Belle Isle Park, om daarna aan het einde van juni weer twee Indy Lights-races te rijden op het circuit van Road America. Op naar nieuwe bokalen! Jullie horen van mij. Groetjes, Rinus

Viaplay
x
Trucje Verstappen verklaart opzienbarend Red Bull-trucje