Waarom Verstappen de nieuwe Formule 1-competitie links laat liggen

Nu er in de coronacrisis niet kan worden geracet op het echte asfalt, verplaatst het racen zich van off- naar online. Offline telt alleen Formule 1 voor Max Verstappen, maar de officiële Formule 1-game laat hij online lekker links liggen. Het duurde niet lang voordat de racewereld zich, in hoeverre dat mogelijk is, had aangepast aan de huidige situatie. Uiteraard had iedereen liever live actie gezien op de offline Formule 1-circuits, maar noodgedwongen verplaatste het circus zich naar de online omgeving. De afgelopen twee weken is door menig coureur dan ook voornamelijk doorgebracht in de simulator. Als paddenstoelen schoten de nieuwe simrace competities plots uit de grond. Een wekelijkse All Star-battle en de nieuwe racecompetitie Real Racers Never Quit van het virtuele raceteam van Max Verstappen zijn twee van de vele voorbeelden. Ook verschillende motorsportklassen probeerden het grote, lege, ontstane racegat te vullen met online racecompetities. De twee grootste Amerikaanse raceklassen, de IndyCar- en NASCAR-klasse, twijfelden geen moment en zorgden dat zoveel mogelijk van hun coureurs meededen aan de e-variant van het kampioenschap. Met succes, de eerste eNASCAR-race werd in Amerika op Fox Sport bekeken door 903.000 mensen, daar waar een normale race in 2019 goed was voor ruim 2 miljoen kijkers. Geen slechte score, dus. Ook de eerste virtuele IndyCar-race was een succes, met ruim 25 deelnemende coureurs. Tekst gaat verder onder de afbeelding.

Ook de Formule 1 schakelde snel over naar de esports-variant, maar dat werd, vergeleken met hun virtuele Amerikaanse neefjes, een beschamende vertoning. Met Lando Norris en Nicholas Latifi stonden er welgeteld twee van de twintig F1-coureurs op de virtuele grid. Alle andere namen, waaronder Max Verstappen, zegden af. Het grote verschil: de game waarop er werd gespeeld. Zowel IndyCar als NASCAR werkten hun esportsraces af via iRacing, terwijl de Formule 1 koos voor haar eigen gelicentieerde game, Formula 1 2019, die niet bij elke F1-coureur helemaal in de smaak valt. Zo ook niet bij Max Verstappen, die in gesprek met Ziggo Sport snel na de bekendmaking liet weten dat hij het officiële virtuele F1-kampioenschap over zou slaan. Waarom? Omdat hij, en met hem bijna geen enkele andere F1-coureur, begaan is met het spel. De alternatieven, zoals iRacing en rFactor2, zijn veel realistischere spellen, die je kan scharen onder de noemer ‘simulators’, waarvan de makers bijvoorbeeld de circuits met lasers hebben gescand om deze zo waarheidsgetrouw mogelijk in de game te krijgen. Ook kan er uit een breed scala aan raceauto’s en circuits worden gekozen, terwijl de F1-game slechts bestaat uit de 21 F1-circuits en de 10 F1-auto’s. Tekst gaat verder onder de afbeelding.

De F1-games kunnen eigenlijk ook geen ‘ simulators ’ worden genoemd, maar eerder ‘ simcades ’ (een mix van simulator en arcade). Dat zijn games die proberen een balans te vinden tussen de makkelijkere arcadegames (denk aan Mario Kart) en de lastige en ultra-realistische simulators zoals iRacing en rFactor2. Zo maken die games gebruik van de meest krachtige game-engines, die met behulp van allerlei lastige wiskundige modellen de virtuele wereld en de virtuele auto’s zo echt mogelijk proberen te laten lijken en gedragen. Elk klein tikje tegen een muur kan zodoende ook in deze simgames een groot effect hebben op het handelen van je auto en ook de effecten van het weer en de bandenslijtage is kundig nagemaakt. Zeker door de professionele coureurs worden dit soort toevoegingen erg hard toegejuicht. Daarom slaan F1-coureurs als Verstappen esportsraces die worden verreden op de officiële Formule 1-game over. Om nu de switch te maken naar een andere game is dan ook compleet onlogisch, merkt ook de Red Bull-coureur op: “Ik doe niet mee omdat ik het spel nooit speel en dan ben je pas weer dagen verder voordat je het onder de knie hebt. Bovendien ben ik ook al druk met andere games. Ik race niet om in het achterveld mee te rijden. Dan doe ik liever niet mee."