In de eerste RacingNews365 Formule 1-podcast speciaal voor Premium Members vertelt de Nederlandse engineer Ramon Drost over zijn leven in de racerij. Tegenwoordig heeft hij zijn eigen bedrijf, Drost Autosport, en ondersteunt de Trackside Systems Engineer verschillende raceteams langs het circuit. Hij vertelt wat zijn rol was in zijn vijf jaar bij het Renault-team. "Ik heb gewerkt voor Renault-Alpine. Ik ben begonnen in het testteam, waar je werkzaamheden uitvoert om test- en demo-bolides klaar te maken. Dat gaat om de elektronica, het afstellen van sensoren. Daarna ben ik doorgestroomd naar het Formule 1-raceteam, waar ik hetzelfde werk deed, maar dan voor de racewagen die het kampioenschap bepaalt."
Wat houdt het in?
In Jip-en-Janneketaal legt de Nederlander graag uit wat zijn werk precies inhoudt. "Je hebt een sensor en die moet gekalibreerd worden. Die moet nul aangeven, maar als je het stekkertje aansluit geeft de software bijvoorbeeld het getal vijf aan. Hij moet eigenlijk nul aangeven, dus dan moet je gaan kalibreren naar nul, zodat het de juiste waarde geeft." "Dat sensortje geeft een lijntje aan data en aan de hand daarvan kan je conclusies trekken of kan je er een analyse aan hangen. Dat deed ik, maar ook andere engineers deden dat. Waar ik in het spel kwam, was aan de frontlinie. Ik moest ervoor zorgen dat de data die uit de auto kwam goed was afgesteld, zodat andere engineers er mee konden werken om de auto zo snel mogelijk maken", aldus Drost. En sensoren zijn er in de Formule 1 enorm veel. Tot wel 1500 sensoren zitten er op een enkele F1-bolide. "Je kan 1500 sensoren loggen en we deden er op een vrijdag tijdens de vrije trainingen ongeveer 1200. Dan wil je zoveel mogelijk data binnenkrijgen om de auto zo goed mogelijk af te stellen voor de kwalificatie en de race." "Je doet race- en kwalificatiesimulaties in de eerste en tweede vrije training, waarna je in de derde training een beetje wakker wordt voor de kwalificatie. Op vrijdagavond komen ongeveer de helft van die sensoren weer van de auto af."
Hoe beland je in F1?
Om het tot F1 te schoppen is als engineer natuurlijk allesbehalve makkelijk. Voor Drost was het ook een heel avontuur, maar hij heeft nog wel wat tips en tricks waardoor hij zijn kansen wist te vergroten. Hij vertelt over zijn reis op weg naar de koningsklasse van de autosport. "Ik was vroeger altijd bezig met mijn handen. Toen ben ik naar het MBO gegaan en heb ik de autotechniek-richting gedaan. In mijn achterhoofd dacht ik altijd dat ik dan met auto's zou gaan werken en daardoor precies zou weten hoe een auto in elkaar zit. Daarna dacht ik dat ik een goede basis had qua praktijkervaring, maar ik wilde graag nog meer. Dus dan moet je naar de HTS toe, autotechniek, in Arnhem. Automotive Engineering." "Het eerste jaar van die opleiding keek ik het allemaal aan. Dat ging allemaal goed en toen dacht ik dat het tijd was om mezelf in de picture te zetten bij de teams. Toen ben ik brieven gaan schrijven, gaan connecten op LinkedIn en kleine berichtjes gaan sturen." Langzaam maar zeker bouwde hij een netwerk op, kwam hij in de autosport terecht en wist hij zijn jongensdroom te verwezenlijken. "Ik ben als bijbaan ook wel vakkenvuller geweest, maar al snel vond ik dat niets. Toen ben ik op zaterdagen gaan werken bij garagebedrijven en doordat ik daar ging werken kwam in contact met de nationale rallysport." "Dan bouw je een netwerk op en daardoor kom je in contact met de juiste mensen. Omdat ik met die mensen in contact kwam en daarnaast door bleef leren, wat ik graag wilde, had ik het totale pakket. Een netwerk, praktijkervaring en theoretische kennis, dus toen was het tijd om lijntjes uit te zetten naar de top van de motorsport", aldus Drost.
Goodwood
Uiteindelijk kwam Drost enigszins per toeval in gesprek met iemand van Lotus tijdens een racefestival in Groot-Brittannië. Toen ging het balletje rollen. "Je komt overal en je bouwt een netwerk op. Toen ben ik in 2014 of 2015 naar Goodwood geweest. Daar ben ik contact gekomen met de toenmalige teammanager van Lotus. Van het een kwam het ander en toen zeiden ze: 'Kom maar eens op de koffie!'. De conclusie is dus eigenlijk dat je uit je comfortzone moet treden en moet proberen om contacten te leggen. "Je spreekt de mensen aan en je gooit een balletje op. Ik heb ook nog een tijdje Superbikes gedaan, dus dat was ook leuk. Er was een klik tussen mij en de teammanager van Lotus, ook qua interesses en op die manier ga je gesprekken aan. Je bouwt in een korte tijd een band op en van het een komt dan het ander." Dat hij uiteindelijk bij Alpine terecht kwam, was qua team niet per se een doel op zich. Hij wilde gewoon in de F1 belanden. Dat is Drost gelukt. Het pad dat hij heeft bewandeld is echter niet het enige pad dat er is richting de koningsklasse van de autosport, benadrukt hij. "Ik heb gigantisch veel brieven geschreven. Je wilt dat doel gewoon heel graag behalen. Er zijn meerdere wegen die je ergens brengen. Collega's van mij komen vers van de universiteit bijvoorbeeld, zonder enige ervaring in de autosport, maar die kunnen wel heel goed ontwerpen. Dat is ook een manier om er te komen." "Als monteur zijnde zie je heel vaak dat mensen een beetje dezelfde weg als ik bewandelen. Die jongens hoeven niet per se door te studeren, die werken zich gewoon door middel van praktijkervaring naar boven. Hoe meer ervaring je hebt, hoe interessanter je wordt voor een F1-team. Op een bepaald moment hebben zij zoveel ervaring dat de teams geïnteresseerd zijn", zo sluit hij af.
Premium podcast
In de podcast met Ramon Drost wordt er een uur lang gepraat over zijn F1-avonturen. Hoe kwam hij aan zijn bijnaam 'Crazy Dutch Bastard', hoe zette hij een F1-bolide in elkaar, hoe ging hij de mist in tijdens zijn eerste week in F1 en nog veel meer onderwerpen passeren de revue. Wil jij de hele podcast beluisteren? Als premium member is dat mogelijk. Zo mis je niks van het nieuwe seizoen! Lees alle opties via de onderstaande link.
Lees hier alles over RN365 Plus en Premium https://racingnews365.nl/abonnementen
Meest gelezen
