Honda en haar concurrenten overwegen motorontwikkeling vanaf 2021 stil te leggen

In 2021 zullen er in de Formule 1 nieuwe grote regelveranderingen plaatsvinden. Een onderdeel van die nieuwe regels is het budgetplafond. Dat budgetplafond wordt hoogstwaarschijnlijk 175 miljoen dollar, waardoor vooral de topteams terug zullen moeten schalen. Drie van de vier grote Formule 1-motorleveranciers, Honda, Mercedes en Renault, overwegen in het kader van de kostenbesparingen om de ontwikkeling van de motoren in 2021 te bevriezen, aangezien de verschillende motoren dan waarschijnlijk allemaal van een ongeveer vergelijkbaar niveau zijn, zo legt Renault-teambaas Cyril Abiteboul uit tegenover Auto Motor und Sport . "Nu het budgetplafond en de betere prijzengeldverdeling vanaf 2021 een feit zullen worden, zijn twee van onze belangrijkste eisen vervuld. We zien graag dat onze deelname aan de sport volledig kostenneutraal wordt en daarvoor is nog één verandering nodig: het bevriezen van de ontwikkeling van de motoren. 2021, wanneer alle motorleveranciers ongeveer op hetzelfde niveau zullen zitten, zou daar een geschikt moment voor zijn." Ook Mercedes-eindverantwoordelijke Toto Wolff ziet dat plan wel zitten: "Als we op een testbank vaststellen dat de vier verschillende Formule 1-krachtbronnen binnen één procent van elkaar liggen qua vermogen, dan is een ontwikkelingsstop geen slecht idee." Tot slot spreekt ook Helmut Marko zich namens Honda positief uit over het idee: "Vanwege de hoge kosten die gepaard gaan met het blijven doorontwikkelen van een motor, zou het bevriezen van de ontwikkeling van de motor een goed plan zijn. Anders lopen de kosten volledig uit de hand", aldus Marko. Het is overigens nog niet 100% zeker of Honda in 2021 daadwerkelijk nog als motorleverancier in de sport aanwezig is. De Japanners hebben namelijk nog geen 100% toezegging gehad van moederbedrijf Honda dat ze ook na 2020 doorgaan met het Formule 1-project.