Waarom Formule E absoluut de moeite waard is om te volgen

Autosportliefhebbers, en met name de wat oudere, hebben moeite om de elektrische klasse te omarmen. De meest gehoorde kritiek is dat de wagens geen geluid maken en ze bovendien niet erg snel zijn. Racingnews365 legt uit waarom de Formule E komend seizoen de moeite waard om te volgen is.

Allereerst is daar natuurlijk het onvermijdelijke startveld. 'B-garnituur', worden de deelnemers in de Formule E door criticasters spottend weleens genoemd. Een zeer ongenuanceerde aanname, aangezien de coureurs uit het Formule E-veld gezamenlijk meer titels in autosportklassen kunnen overleggen dan het geval is in de Formule 1. De deelnemende coureurs hebben over het algemeen een zéér behoorlijke staat van dienst. Veel coureurs hebben om politieke redenen de boot gemist in de Formule 1 of stonden simpelweg op het verkeerde moment aan de deur te bonzen. Frijns, Vandoorne, maar ook Lucas di Grassi, Sébastien Buemi, José María López, António Félix da Costa, Edoardo Mortara, André Lotterer, Pascal Wehrlein en Gary Paffett zijn daar het voorbeeld van. Zet elk van deze in een goede F1-wagen en ze zullen ongetwijfeld races winnen. Het niveau van de rijders is dus bijzonder hoog, elke serie zou haar vingers aflikken met een dusdanig deelnemersveld. Ga maar na: Buemi won de 24 uur van Le Mans, Mortara, Félix da Costa en Di Grassi zegevierden in de prestigieuze Formule 3-race in Macau en Paffett won het zeer competitieve DTM-kampioenschap tweemaal. Lotterer (drievoudig 24 uur van Le Mans-winnaar en voormalig Super Formula-kampioen) staat bekend als een van de beste allround coureurs ter wereld.

Wedstrijden in de Formule E zijn zeer onderhoudend. De races worden afgewerkt op stratencircuits, waardoor elk foutje direct ongenadig hard wordt afgestraft. De wagens zitten qua prestatieniveau veel dichter op elkaar dan het geval in de Formule 1 is en het afstellende vermogen van een coureur kan het verschil maken. Bovendien is het nooit een anderhalf uur durende optocht: ePrix's duren maximaal een uur. De verfoeide wagenwissel is per seizoen 2018-'19 afgeschaft. Veel liefhebbers vonden het maar een apart gezicht, dat de rijders halverwege de ePrix de pits op moesten zoeken om in een compleet nieuwe bolide te stappen. Het had te maken met de batterij die in de wagens lag: deze kon maximaal een halve race mee. Dat euvel is voorafgaand aan het nieuwe seizoen verholpen. Met de Gen2-wagen debuteert er een nieuwe, futuristisch ogende bolide. Het ding is bovendien erg snel. Op puur vermogen legt de elektrische wagen het logischerwijs af ten opzichte van een F1-bolide, maar dat komt doordat de technologische ontwikkeling nog niet zo ver is dat de elektrische bolides kunnen concurreren met de bekende aandrijvingen.

Bovendien is het gezien de circuits onnodig om 350 kilometer per uur te hoeven rijden. De stratencircuits vereisen met name een sterk optrekkend vermogen, en dat is iets wat de Formule E-wagens dankzij hun elektrische aandrijflijnen absoluut hebben. Ook hier speelt de coureur een zeer belangrijke rol: het verkeerd inschatten van een bocht wordt afgestraft doordat het koppel zo hoog is. Tegenstanders kunnen direct toeslaan. De Formule E doet al jaren wat de Formule 1 zo dolgraag wil: evenementen houden in stadscentra. Waar de koningsklasse tot dusver niet verder komt dan races in Baku, Monaco en Singapore, en twee semi-stratencircuits in Melbourne en Montréal, worden vrijwel alle Formule E-races midden in een stad afgewerkt. Hong Kong, Parijs en Rome zijn de kroonjuwelen. Een Formule E-weekend is goed te volgen: alle actie vindt plaats op één dag. De eerste training wordt 's ochtends afgewerkt, kort voor de lunch volgt training twee. Na de eetpauze wordt er gekwalificeerd, waarop aan het einde van de middag wordt afgesloten met de ePrix. Zo hoeft de stad maar één dag platgelegd te worden en missen de toeschouwers niets van de actie. Nee, de Formule E-wagens maken amper geluid. Echter: wie voor de televisie Formule 1 kijkt, hoort ook amper wat van de motoren. Het racespektakel maakt het gemis aan geluid voor de échte liefhebber meer dan goed.