Coronel laakt McLaren en Norris: "Ze kunnen de druk niet aan"

Ja, McLaren gaat nog altijd aan de leiding in het constructeurskampioenschap. Maar de belangrijkste wereldtitel, die bij de coureurs, ligt na de GP van Brazilië ver buiten bereik van McLaren-rijder Lando Norris. In plaats van dat het gat opnieuw kleiner werd, vergrootte Max Verstappen zijn voorsprong. Na zijn galavoorstelling op Interlagos heeft de Nederlander nu 62 punten voorsprong op Norris. De komende race in Las Vegas kan hij zijn vierde titel op rij al veilig stellen.

En dat na een voorbereiding waarop McLaren zeer goed voor de dag kwam. Norris won de sprintrace voor teamgenoot Oscar Piastri, met Verstappen op P4. De hoofdrace mocht Norris ook nog eens vanaf pole beginnen, waar Verstappen helemaal achteraan op P17 moest starten. De uitkomst is inmiddels bekend. Waar komt toch ineens die miskleun van McLaren vandaan?

Tom Coronel probeert het uit te leggen. "Als je op zaterdag ging kijken, dan was Norris eigenlijk al in de titelstrijd voor de laatste races van het kampioenschap. Want dat was eigenlijk hoe het was. Je zag gewoon dat dat heel close ging worden. En precies het omgekeerde gebeurde. Maar dit is het, de prijzen worden verdeeld bij de finish", zegt Coronel in gesprek met RacingNews365.

"Ja, ze hadden de beste papieren, ze hadden 1 en 2 in de hoofdrace moeten worden, McLaren. Maar ze werden het niet. Dat heeft alles weer te maken natuurlijk met die zware condities, waar Verstappen het naar het next level tilt. Dan kunnen ze (McLaren, red.) gewoon de druk niet aan. Je ziet dat het team gewoon nog niet klaar is voor het kampioenschap."

"Natuurlijk gaan ze volgend jaar weer challengen en natuurlijk is McLaren de auto waar je in moet zitten. Maar je ziet het als ze een paar kleine foutjes maken, dan bam! Dan is Red Bull er. Dat is eigenlijk ook gebleken in 2021. Red Bull was niet de snelste auto, dat was Mercedes. Red Bull neemt risico. Het zit in het DNA van Red Bull. Alles wat ze doen is anders."

Bekijk hieronder de volledige video met Tom Coronel.