Hoe coureurs de kwalificatie in Monaco op dubieuze wijze naar hun hand kunnen zetten

Monaco staat bekend als een van de meest iconische circuits die de Formule 1 rijk is, maar de huidige generatie auto's heeft het toch lastig daar. Het nauwe stratencircuit vereist namelijk de opperste concentratie van de coureurs en inhalen lijkt praktisch onmogelijk, op een enkeling na die er wél in slaagt het op de baan voor elkaar te krijgen. Voor het gros van de coureurs betekent het echter dat de kwalificatie de belangrijkste sessie van het weekend zal zijn en dat zorgt stiekem toch voor twijfels.  

Het begon allemaal in 2006 met de controversiële crash van Michael Schumacher. De Duitser leek hard op weg om pole position te pakken, maar Fernando Alonso wist zijn Renault-bolide tot het uiterste te drijven en leek in aanmerking te komen voor die eerste startpositie. Toch kreeg hij niet de kans zijn rondje af te maken, want Schumacher stond niet veel later stil in Rascasse. Het duurde niet lang tot de gele vlaggen verschenen en de coureurs die achter hem reden kregen niet de kans om hun laatste rondje af te maken.

Schumacher behield daardoor zijn pole, maar dat riep vragen op bij de rest van de grid. De FIA startte een onderzoek en kwam uiteindelijk tot de conclusie dat de situatie niet helemaal klopte. De Duitser raakte zijn pole kwijt en moest achteraan starten, maar het incident zou uiteindelijk een van de grootste schandalen van zijn carrière worden. Er wordt tot op de dag van vandaag nog gesproken over het voorval, al heeft het niet bepaald een positieve stempel achtergelaten op de raceweekenden in Monaco. 

Mercedes-akkefietje

De 'crash' van Schumacher was namelijk niet de laatste keer dat er twijfelachtige momenten plaats vonden tijdens de kwalificatie in het prinsdom. In 2014, het seizoen waarin Lewis Hamilton en Nico Rosberg het voor het eerst met elkaar aan de stok kregen, werd de Grand Prix van Monaco namelijk ook het toneel voor de verhitte strijd tussen de beide Mercedes-coureurs. 

Hamilton was tijdens de eerste drie trainingen een stuk sneller dan zijn Duitse teamgenoot en ook tijdens Q1 en Q2 zag het er niet goed uit voor Rosberg. Q3 leek echter wél goed uit te pakken voor hem, want hij lag lange tijd op koers om er met pole vandoor te gaan. De Duitser nam in de laatste minuten van de kwalificatie het voortouw en reed als eerste naar buiten, maar de kwalificatie werd abrupt tot een halt geroepen toen Rosberg 'ineens' in een uitloopstrook terecht kwam. De gele vlaggen kwamen tevoorschijn en de eerste startpositie, die Rosberg tot op dat moment in handen had, bleef onbedreigd. 

Gezien de omstandigheden tussen de beide Mercedes-coureurs riep dit incident logischerwijs de nodige vragen op. Rosberg liep het hele weekend al het risico dat hij Hamilton weer aan zich voorbij moest laten gaan, dus was het wel heel toevallig dat juist hij die gele vlaggen veroorzaakte tijdens Q3. De stewards dachten daar echter anders over, want volgens hen was er geen bewijs om aan te tonen dat er sprake zou zijn geweest van opzet. Ook teambaas Toto Wolff probeerde de boel tot bedaren te brengen, terwijl Hamilton niet uitsloot dat het een opzettelijke actie was. 

Incident krijgt staartje

Het voorval tussen de beide Mercedes-coureurs liep uiteindelijk met een sisser af, maar zowel Schumacher als Rosberg lijken aan het begin te staan van een patroon. In 2022, acht jaar na het Mercedes-akkefietje én zestien jaar na het voorval van Schumacher, had Sergio Perez een momentje in de laatste secondes van de kwalificatie. De Mexicaan had de derde tijd in handen terwijl de coureurs zich klaarmaakten voor de laatste minuten van Q3, maar raakte de controle over zijn auto kwijt en belandde daardoor in de muur bij het ingaan van de tunnel.

Uiteindelijk bleef de eerste startpositie in handen van Charles Leclerc en werd Perez vooral slachtoffer van zijn eigen fout, maar zelfs die uitslag kon de opkomende speculaties niet tegenhouden. Ook in dit geval dacht men vrijwel meteen aan opzet: Perez zou de muur bewust op hebben gezocht om te voorkomen dat Verstappen, die bezig was met een snellere ronde, een startpositie voor hem zou bemachtigen. Na afloop van de race werden er amper woorden aan vuil gemaakt, maar de controversie omtrent het voorval zou later dat seizoen nog een staartje krijgen.

Verstappen weigerde in Brazilië, ongeveer een half jaar na het incident in Monaco, namelijk om team orders op te volgen. Dat gaf de eerdere geruchten weer een nieuwe impuls, want de Nederlander verklaarde dat hij die team orders bewust negeerde wegens een incident uit het verleden. De uitspraken van Verstappen bliezen de geruchten uit Monaco vrijwel meteen nieuw leven in, maar Perez verklaarde al snel dat er nooit sprake was van opzet. Uiteindelijk bleef het allemaal bij speculaties, vooral omdat incident al een aanzienlijke tijd geleden plaats had gevonden.

In de gevallen van Schumacher en Rosberg leverde pole in ieder geval wat op: Schumacher moest zijn eerste startpositie afstaan aan Alonso, die er vervolgens met de overwinning vandoor ging, en ook Rosberg kwam uiteindelijk als winnaar over de eindstreep. Zo zien we dus maar weer hoe cruciaal de kwalificatie kan zijn als het om een stratencircuit als Monaco gaat. Ongeacht het nou om opzettelijke crashes of oprechte fouten gaat, het woord 'opzet' wordt sinds het incident van Schumacher met enige regelmaat aan de kwalificatie in Monaco gelinkt.