Ricciardo spreekt laatste wens over Verstappen uit: "Ga ik niet diplomatiek over doen"

Daniel Ricciardo heeft de hoop uitgesproken dat hij 'een laatste kans' krijgt om het nog een keer op te nemen tegen Max Verstappen voor het einde van zijn F1-carrière. Ricciardo en Verstappen waren bijna drie seizoenen lang teamgenoten van 2016 tot en met 2018, nadat de Nederlander in de vijfde race in 2016 werd gepromoveerd van het toenmalige Toro Rosso naar Red Bull.

Na de overwinning in de Grand Prix van Monaco in 2018, Ricciardo's zevende zege bij het team, zakte zijn vorm in de rest van het jaar weg. Tegen de zomerstop werd bekend dat hij zou vertrekken naar Renault. De afgelopen zes jaar heeft Ricciardo zelden de hoogten van die Red Bull-dagen bereikt, op een plotselinge overwinning met McLaren in de Grand Prix van Italië van 2021 na.

Zijn toekomst in de Formule 1 is op dit moment echter onduidelijk. Hij werkt een wisselvallig seizoen af bij Visa Cash App RB (RB), het zusterteam van Red Bull. Hij heeft dit jaar slechts 12 punten gescoord, terwijl zijn teamgenoot Yuki Tsunoda op dit moment op 22 punten staat. Of de laatste tien Grands Prix van dit seizoen Ricciardo's laatste zijn in de F1, valt nog te bezien. Op de maandag na de Grand Prix van België werd bevestigd dat hij in ieder geval het seizoen bij RB afmaakt. Wat er volgend seizoen gebeurt, is nog niet bekend.

'Weekend voor weekend'

In een exclusief interview met RacingNews365 wordt hem gevraagd of nog een laatste kans zou willen om het tegen Verstappen op te nemen: "Ja. Ik ga geen diplomatiek antwoord geven. Natuurlijk zou ik dat willen. Ik weet dat ik het moet verdienen. Het wordt me niet zomaar gegeven, maar als ik het verdien en de kans is daar, dan zou ik het natuurlijk graag doen. Dus we zullen zien."

Ricciardo ging de laatste twee races voor de zomerstop, in Hongarije en België, in met de mededeling dat ze 'heel belangrijk' waren voor zijn toekomst. Hij behaalde redelijke resultaten, waarbij met name de tiende positie in België in het oog sprong. Daarbij ligt het in de aard van de sport dat hij niet weet wat er gaat gebeuren.

"Is er iets van waar (dat het einde van zijn carrière nadert, red.)? Ik zou zeggen van niet, tot het zover is. Maar het kan veranderen", zegt hij. "Zelfs na Canada, toen er wat dingen aan de hand waren en ik onder druk stond, kende ik een goed weekend. Opeens denk je: 'oh ja, hij is terug'. Maar als je dan het volgende weekend niet presteert, ben je weer terug bij af. Je bekijkt het dus weekend voor weekend. Wil ik elk weekend geweldig zijn? Natuurlijk."