Waarom de Honda-motor in Oostenrijk zoveel langzamer was dan Mercedes

Max Verstappen probeerde afgelopen zondag alles wat hij kon, maar de Red Bull-coureur kon geen vuist maken tegen Mercedes. Zijn RB16 en in het bijzonder de Honda RA620H-motor achterin was niet opgewassen tegen de winnende Mercedes W11 en haar krachtbron. Twee tot vier tienden, dat was volgens Helmut Marko de schade die Red Bull in Oostenrijk elke ronde op de rechte stukken opliep ten opzichte van Mercedes, zo liet hij na het raceweekend weten. Het zorgde ervoor dat Lewis Hamilton onbedreigd naar zijn eerste overwinning van het seizoen kon rijden. Een deel van deze motorachterstand van Honda ten opzichte van Mercedes is te wijten aan de karakteristieken van het circuit. De Red Bull Ring is een van de circuits die veel vraagt van het Energy Recovery System van een motor, bestaande uit de MGU-K en MGU-H, zo wordt in detail uitgelegd op de officiële Formule 1-site. De MGU-K (kinetic) zorgt er simpel gezegd voor dat de kinetische energie (de bewegingsenergie) die vrijkomt door het gebruik van het remsysteem wordt omgezet in extra vermogen voor de motor. De MGU-H (heat) doet hetzelfde, maar dan met hitte van de turbo. Tezamen zorgden de MGU-K en MGU-H voor zo'n 160 extra paardenkrachten, gedurende ongeveer een halve minuut per ronde. Het probleem op de Red Bull Ring is dat een groot deel van het circuit bestaat uit rechte stukken en er maar weinig bochten zijn op het circuit, waardoor er weinig momenten zijn waarop de MGU-K gebruik kan maken van de kinetische energie die vrijkomt bij het remmen. Energie die nodig is om de MGU-K op te laden. Dat terwijl er door de vele rechte stukken wel veel vraag is naar die extra energie van het ERS-systeem. Het gevolg: het ERS-systeem loopt op de Red Bull Ring relatief snel tegen haar max aan, waardoor een zo'n efficiënt mogelijk systeem in Oostenrijk van groot belang is. En laat dat nou net het gebied zijn waarop Honda het aflegt tegen Mercedes. De W11 van Hamilton en Bottas kon in Oostenrijk iets langer gebruik maken van dat systeem, waardoor het hogere topsnelheden haalde op de rechte stukken. Dat terwijl de RB16 van Verstappen en Albon die zelfde topsnelheden niet haalden, omdat ze simpelweg niet harder konden door het minder efficiënte ERS-systeem. Op weg naar bocht drie tikte Mercedes bijvoorbeeld als topsnelheid 319 kilometer per uur aan, terwijl Red Bull niet verder kwam dan 307 kilometer per uur. In Oostenrijk probeerde Red Bull dat verschil nog te verminderen door met minder downforce te rijden, maar dat had weer een negatief effect op het bochtenwerk en als gevolg daarvan ook de bandenslijtage van Verstappen en Albon. In Hongarije zal dit probleem zich niet of in ieder geval veel minder snel voordoen, aangezien het bochtige circuit minder heftig is voor het ERS-systeem van een Formule 1-motor.